Verdrag nopens de tenuitvoerlegging van in het buitenland gewezen scheidsrechterlijke uitspraken
Partijen en gegevens
Geldend
Geldend vanaf 25-07-1929
- Redactionele toelichting
De partijen en gegevens zijn afkomstig van de Verdragenbank (verdragenbank.overheid.nl).
- Bronpublicatie:
26-09-1927, Stb. 1931, 399 (uitgifte: 02-10-1931, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
25-07-1929
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-05-1952, Trb. 1952, 74 (uitgifte: 01-01-1952, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Bronnen
Stb. 1931, 399
Trb. 1952, 74
Trb. 1952, 117
Trb. 1957, 130
Trb. 1959, 136
Trb. 1964, 95
Trb. 1980, 26
Trb. 1996, 12
Partijen
Partij | Datum inwerkingtreding | Voorbehoud |
---|---|---|
Antigua en Barbuda | 01-11-1981 | |
Bahamas | 10-07-1973 | |
Bangladesh | 27-09-1979 | |
België | 27-07-1929 | |
Dantzig | 26-07-1938 | |
Denemarken | 25-07-1929 | |
Duitsland | 01-12-1930 | |
Estland | 16-08-1929 | |
de Federatieve Republiek Joegoslavië | 27-04-1992 | |
Finland | 30-10-1931 | |
Frankrijk | 13-08-1931 | |
Griekenland | 15-04-1932 | |
Groot-Britannië en Noord-Ierland | 02-10-1930 | |
Ierland | 10-09-1957 | |
India | 23-01-1938 | |
Israël | 27-05-1952 | |
Italië | 12-02-1931 | |
Japan | 11-10-1952 | |
Kroatië | 08-10-1991 | |
Luxemburg | 15-12-1930 | |
Malta | 21-09-1964 | |
Mauritius | 12-03-1968 | |
Montenegro | 03-06-2006 | |
Nederland (Rijk in Europa) | 12-11-1931 | |
Nieuw-Zeeland (met inbegrip van W. Samoa) | 25-07-1929 | |
Noord-Macedonië | 17-11-1991 | |
Oostenrijk | 18-10-1930 | |
Portugal | 10-03-1931 | |
Roemenië | 22-09-1931 | |
Slowakije | 01-01-1993 | |
Spanje | 15-04-1930 | |
Thailand | 07-10-1931 | |
de Tsjechische Republiek | 01-01-1993 | |
Tsjechoslowakije | 18-12-1931 | |
Zuidslavië | 13-06-1959 | |
Zweden | 08-11-1929 | |
Zwitserland | 25-12-1930 |
Voorbehouden, verklaringen en bezwaren
1 | Bekrachtiging met voorbehoud ten aanzien van artikel 1. |
---|---|
2 | Toepasselijkverklaring door België voor de Belgische Congo en Ruanda-Urundi op 05-06-1930 (iwtr. 05-09-1930). |
3 | Toepasselijkverklaring door Groot-Britannië en Noord-Ierland voor Newfoundland op 07-01-1931 (iwtr. 07-04-1931), voor Bahamas, de Goudkust (Kolonie, Ashanti, de Noordelijke gebieden en Togo), de Falkland Eilanden, Gibraltar, Brits Guyana, Brits Honduras, de Bovenwindse Eilanden (Grenada, St. Lucia en St. Vincent), Jamaica (met inbegrip van de Turks- en Caicos-eilanden en de Caymaneilanden), Kenya, Uganda, Palestina (met uitzondering van Transjordanië), Tanganyika en Zanzibar op 26-05-1931 (iwtr. 26-08-1931), voor Mauritius en Noord-Rhodesië op 13-07-1931 (iwtr. 13-10-1931), voor de Benedenwindse Eilanden (Antigua, Dominique, Montserrat, St. Christophe en Nevis en Maagdeneilanden) op 09-03-1932 (iwtr. 09-06-1932), voor Malta op 11-10-1934 (iwtr. 11-01-1935), voor Birma (met voorbehoud t.a.v. art. 1) op 19-10-1938 (iwtr. 19-01-1939) en voor Hong Kong op 10-02-1965 (iwtr. 10-05-1965 ). Verklaringen van voortgezette gebondenheid van Malta op 16-08-1966, van Mauritius op 18-07-1969, van Bahamas op 16-02-1977 en van Antigua en Barbuda op 25-10-1988. |
4 | Toepasselijkverklaring door Nederland voor Nederlands-Indië, Suriname en Curacao op 28-01-1933 (iwtr. 28-04-1933). |
5 | Dit Verdrag is opgeschort tussen Nederland en Italië op 11-12-1941 en herleefd op 17-02-1949. |
6 | Sedert 10-05-1940 is het Verdrag, tot op heden, niet van toepassing verklaard tussen Nederland en de Bondsrepubliek Duitsland, noch tussen Nederland en Oostenrijk. Op grond van nota's, op 13-08-1954 te 's-Gravenhage gewisseld tussen de Nederlandse Regering en de Duitse Bondsregering, is het Verdrag met ingang van 15-11-1954 van toepassing tussen Nederland en de Bondsrepubliek Duitsland. |
7 | Verklaring van voortgezette gebondenheid van Malta op 16-08-1966. |
8 | Verklaring van voortgezette gebondenheid van Mauritius op 18-07-1969. |
9 | Verklaring van voortgezette gebondenheid van Bahamas op 16-02-1977. |
10 | Verklaring van voortgezette gebondenheid van Antigua en Barbuda op 25-10-1988. |
11 | Verklaring van voortgezette gebondenheid van Kroatië op 26-07-1993. |
12 | Verklaring van voortgezette gebondenheid van Slowakije op 28-05-1993 onder handhaving van het door Tsjechoslowakije bij de ondertekening gemaakte voorbehoud dat als volgt luidt: ‛ The Czechoslovak Republic will regard itself as being bound only in relation to States which will have ratified the Convention of September 26th, 1927, on the Execution of Foreign Arbitral Awards, and the Czechoslovak Republic does not intend by this signature to invalidate in any way the bilateral treaties concluded by it which regulate the questions referred to in the present Protocol by provisions going beyond the provisions of the Protocol. ’ |
13 | Verklaring van voortgezette gebondenheid van De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië op 10-03-1994. |
14 | Verklaringen van voortgezette gebondenheid van Kroatië op 26-07-1993, van De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië op 10-03-1994 en van de Federatieve Republiek Joegoslavië op 12-03-2001. |
15 | Verklaringen van voortgezette gebondenheid van Slowakije op 28-05-1993 en de Tsjechische Republiek op 09-02-1996. |
16 | Verklaring van voortgezette gebondenheid van de Tsjechische Republiek op 09-02-1996. |
17 | Bij de ondertekening heeft de Portugese Regering verklaard, dat krachtens art. 10 dit Verdrag zich niet uitstrekt over haar koloniën. |
18 | Verklaring van voortgezette gebondenheid van de Federatieve Republiek Joegoslavië op 12-03-2001. |
19 | Verklaring van voortgezette gebondenheid van Montenegro op 23-10-2006. |
20 | Verklaring van voortgezette gebondenheid van Montenegro op 23-10-2006. |