RvdW 2019/167
Zaak Guus K. Medeplichtigheid aan medeplegen van oorlogsmisdrijven en van overtredingen van VN-wapenembargo’s tijdens burgeroorlog in Liberia. Ontvankelijkheid OM i.v.m. Liberiaanse amnestieregeling.
HR 18-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2336
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 december 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.J.A. van Dorst, V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/02109
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS233797:1
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2336, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:662, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2018
- Wetingang
Essentie
Zaak Guus K. Medeplichtigheid aan medeplegen van oorlogsmisdrijven (art. 8 (oud) Wet Oorlogsstrafrecht) en medeplegen van opzettelijke overtredingen van VN-wapenembargo’s (art. 2 en 3 Sanctiewet 1977 jo. art. 1, 2 en 6 WED) tussen 2000 en 2003 tijdens Liberiaanse burgeroorlog. Ontvankelijkheid OM in de vervolging van verdachte i.v.m. door toenmalig president van Liberia op 7 augustus 2003 goedgekeurde amnestieregeling.
Samenvatting
De vraag of de Liberiaanse amnestieregeling aan de vervolging van verdachte in Nederland in de weg staat, dient mede te worden bezien tegen de achtergrond van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.