Voorlopige hechtenis in het Nederlandse jeugdstrafrecht
Einde inhoudsopgave
Voorlopige hechtenis in het Nederlandse jeugdstrafrecht (Meijers-reeks) 2017/5.1:5.1 Inleiding
Voorlopige hechtenis in het Nederlandse jeugdstrafrecht (Meijers-reeks) 2017/5.1
5.1 Inleiding
Documentgegevens:
mr. drs. Y.N. van den Brink, datum 01-12-2017
- Datum
01-12-2017
- Auteur
mr. drs. Y.N. van den Brink
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie paragraaf 1.4.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Nu in de voorgaande hoofdstukken het juridisch kader van de voorlopige hechtenis van minderjarigen uit de doeken is gedaan, staat vanaf dit hoofdstuk de toepassingspraktijk centraal. Met andere woorden: de focus verschuift van ‘law in the books’ naar ‘law in action’. Alvorens in de navolgende hoofdstukken in te gaan op de empirische studie die in het kader van het onderhavige onderzoek is uitgevoerd, wordt in dit hoofdstuk de reeds bestaande kennis over de voorlopige hechtenispraktijk van minderjarigen in Nederland uiteengezet. Hiertoe wordt allereerst aan de hand van enkele cijfers inzicht gegeven in de omvang van de Nederlandse voorlopige hechtenispraktijk van minderjarigen (par. 5.2), waarna kort aandacht wordt besteed aan de populatiekenmerken van de jeugdige verdachten die onderdeel zijn van deze praktijk (par. 5.3). Vervolgens wordt stil gestaan bij de uit eerder onderzoek voortvloeiende kennis over de rechterlijke besluitvorming over voorlopige hechtenis van minderjarigen (par. 5.4.1). Mede gelet op het feit dat onderzoek dat zich specifiek richt op rechterlijke besluitvorming over voorlopige hechtenis van minderjarigen in Nederland schaars is,1 wordt ook aandacht besteed aan kennis over voorlopige hechtenisbeslissingen in commune strafzaken in Nederland (par. 5.4.2), alsook aan kennis over voorlopige hechtenisbeslissingen in andere jurisdicties (par. 5.4.3). Voorts wordt een aantal onderzoeken uitgelicht die inzicht geven in de uitvoeringspraktijk van alternatieve modaliteiten van voorlopige hechtenis van minderjarigen in Nederland (par. 5.5). Tot slot zal het onderhavige onderzoek worden gepositioneerd binnen het reeds bestaande onderzoek (par. 5.6).