Einde inhoudsopgave
Besluit houders van dieren
Artikel 2.19 Gelten en zeugen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2014
- Bronpublicatie:
05-06-2014, Stb. 2014, 210 (uitgifte: 19-06-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2014, Stb. 2014, 211 (uitgifte: 19-06-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Dierenrecht / Algemeen
1.
Gelten en zeugen worden niet aangebonden gehouden.
2.
De zijden van de stal waarin een groep gelten en zeugen wordt gehouden, zijn langer dan 2,8 meter. Indien minder dan zes gelten of zeugen in een groep worden gehouden, zijn de zijden van de stal waarin deze groep wordt gehouden langer dan 2,4 meter.
3.
In een stal waarin gelten of zeugen zonder biggen in voerligboxen worden gehouden, heeft elk varken de beschikking over een vrije ruimte met een lengte van ten minste 2 meter.
4.
Een stal bestemd voor een gelt of een zeug is zodanig ingericht dat achter de gelt of de zeug voldoende vrije ruimte beschikbaar is voor het natuurlijke of het begeleide werpen.
5.
Een stal bestemd voor een zogende zeug met biggen, waarin de zeug zich vrij kan bewegen en kan omdraaien, is voorzien van een bescherming voor de biggen.
6.
In een stal waarin een zogende zeug met biggen zich niet vrij kan bewegen of omdraaien, beschikken de biggen over voldoende ruimte om ongehinderd te kunnen worden gezoogd.