RI 2014/42
Parate executie. Is de bank gerechtigd tot de opbrengst van een onderhandse executieverkoop indien deze in rekening-courant is geboekt? (Feenstra q.q./ING Bank N.V.)
HR 14-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:319 (Feenstra/ING)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 februari 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
12/04132
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Roepnaam
Feenstra/ING
- JCDI
JCDI:ADS917487:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:319, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1253, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑08‑2012
- Wetingang
Art. 3:251, 3:253 BW, art. 54 Fw
Essentie
Pandrecht. Parate executie. Verrekening.
Komt de bank de in rekening-courant ontvangen opbrengst van een onderhandse executieverkoop toe en mag zij deze ‘verrekenen’ met haar vordering, of staat art. 54 Fw daaraan in de weg?
Samenvatting
De bank heeft krediet verleend aan een eenmanszaak. Tot zekerheid strekt onder andere een pandrecht bedrijfsuitrusting, voorraden en vorderingen. De bank heeft de kredietovereenkomst opgezegd en het krediet opgeëist. Zij heeft de kredietnemer in de gelegenheid gesteld door middel van een opheffingsuitverkoop de voorraad tegen een zo hoog mogelijke opbrengst te verkopen. De opbrengst werd bijgeschreven op de door kredietnemer bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.