NJ 2014/488
Nuancering HR NJ 1994/427 (o.g.v. voortbouwend appel) m.b.t. getuige die bij RC of rechtbank zijn bij politie afgelegde verklaring intrekt.
HR 23-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2753, m.nt. M.J. Borgers
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 september 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
12/02258
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
M.J. Borgers
- JCDI
JCDI:ADS161906:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2753, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:912, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑03‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑04‑2013
- Wetingang
Essentie
De regel dat een getuige die zijn bij de politie afgelegde belastende verklaring intrekt bij de RC of ter zitting in eerste aanleg, in hoger beroep ter zitting ambtshalve moet worden gehoord in het geval — of daarmee op één lijn te stellen gevallen — dat dit het enige bewijsmiddel is waaruit de betrokkenheid van de verdachte bij het feit rechtstreeks kan volgen (HR 1 februari 1994, NJ 1994/427) valt niet goed te verenigen met het voortbouwend appel. Het kan aan de procespartijen en de appelrechter worden overgelaten te beoordelen of een zorgvuldige totstandkoming van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.