Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1229
Afwijzing aanhoudingsverzoek met het oog op effectuering aanwezigheidsrecht van verdachte. Volgens hof had verdachte contact kunnen opnemen met zijn raadsman en bestaan er onvoldoende aanknopingspunten dat verdachte van zijn aanwezigheidsrecht gebruik had willen maken. HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2020/230, m.nt. Mevis. Nu het hof niet heeft geoordeeld dat de aan het verzoek ten grondslag gelegde omstandigheid dat verdachte vermoedelijk is uitgezet, niet aannemelijk is en hof er geen blijk van heeft gegeven de bedoelde belangenafweging te hebben gemaakt, is zijn beslissing niet toereikend gemotiveerd. Volgt vernietiging en terugwijzing.
HR 10-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1763
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 november 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M. Kuijer
- Zaaknummer
20/00219
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1763, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:828, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑09‑2020
Essentie
Afwijzing aanhoudingsverzoek met het oog op effectuering aanwezigheidsrecht van verdachte. Volgens hof had verdachte contact kunnen opnemen met zijn raadsman en bestaan er onvoldoende aanknopingspunten dat verdachte van zijn aanwezigheidsrecht gebruik had willen maken. HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2020/230, m.nt. Mevis. Nu het hof niet heeft geoordeeld dat de aan het verzoek ten grondslag gelegde omstandigheid dat verdachte vermoedelijk is uitgezet, niet aannemelijk is en hof er geen blijk van heeft gegeven de bedoelde belangenafweging te hebben gemaakt, is zijn beslissing niet toereikend gemotiveerd. Volgt vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.