HR, 30-06-2015, nr. 14/05554
ECLI:NL:HR:2015:1763
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30-06-2015
- Zaaknummer
14/05554
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2015:1763, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑06‑2015; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
In cassatie op: ECLI:NL:GHDHA:2014:2359, Bekrachtiging/bevestiging
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:971, Gevolgd
- Vindplaatsen
Uitspraak 30‑06‑2015
Inhoudsindicatie
Zaak Anneke van der Stap. HR: art. 81.1 RO.
Partij(en)
30 juni 2015
Strafkamer
nr. 14/05554
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 15 juli 2014, nummer 22/004653-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. R.D.A. van Boom en mr. M. Berndsen, beiden advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
Mr. M. Berndsen heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 juni 2015.