Einde inhoudsopgave
Algemene Kinderbijslagwet
Artikel 7a [Dubbele kinderbijslag]
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
18-12-2023, Stcrt. 2023, 35511 (uitgifte: 28-12-2023, regelingnummer: 2023-0000585324)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2023, Stcrt. 2023, 35511 (uitgifte: 28-12-2023, regelingnummer: 2023-0000585324)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Kinderbijslag
1.
Een verzekerde heeft voor een tot zijn huishouden behorend kind dat drie jaar is of ouder, maar nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, recht op een verdubbeling van het bedrag aan kinderbijslag, genoemd in artikel 12, eerste en tweede lid, indien het kind is aangewezen op een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen mate van intensieve zorg.
2.
Indien een verzekerde over een kalenderjaar tot uitbetaling gekomen recht heeft gehad op een verdubbeling van het bedrag aan kinderbijslag op grond van het eerste lid, en
- a.
met betrekking tot dat kalenderjaar, dan wel een gedeelte daarvan, geen partner heeft als bedoeld in artikel 1.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001; of
- b.
met betrekking tot dat kalenderjaar een partner heeft als bedoeld in artikel 1.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de verzekerde of diens partner in dat kalenderjaar belastbare winst uit een of meer ondernemingen als bedoeld in artikel 3.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, belastbaar loon als bedoeld in artikel 3.80 van de Wet inkomstenbelasting 2001 of belastbaar resultaat uit een of meer werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.90 van de Wet inkomstenbelasting 2001 heeft genoten dat niet meer is dan het bedrag, genoemd in artikel 8.14a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001;
heeft de verzekerde recht op een extra bedrag aan kinderbijslag over dat kalenderjaar ten bedrage van € 2.634,17.
3.
Indien een verzekerde of diens partner voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, en recht heeft op meer dan eenmaal de verdubbeling van de kinderbijslag, bedoeld in het eerste lid, heeft hij dan wel zijn partner recht op ten hoogste eenmaal het extra bedrag aan kinderbijslag, bedoeld in het tweede lid.
4.
Indien twee personen die voor eenzelfde kind recht hebben op kinderbijslag als bedoeld in het eerste lid, dit kind op basis van een overeenkomst of rechterlijke beschikking overwegend in gelijke mate verzorgen en onderhouden zonder met elkaar een gemeenschappelijke huishouding te voeren, is voor de beoordeling van het recht op het extra bedrag aan kinderbijslag, bedoeld in het tweede lid, de situatie, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a of b, van de ouder wiens recht op kinderbijslag wordt uitbetaald, bepalend.
5.
Bij het uitvoeren van de verdubbeling van het bedrag aan kinderbijslag, bedoeld in het eerste lid, kan de Sociale verzekeringsbank gezondheidsgegevens uitwisselen en verwerken.
6.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot het eerste, tweede en vijfde lid.