Einde inhoudsopgave
Algemene Kinderbijslagwet
Artikel 13 [Herziening bedragen]
Geldend
Geldend van 01-01-2019 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
17-10-2018, Stb. 2018, 424 (uitgifte: 22-11-2018, kamerstukken: 34977)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-11-2018, Stb. 2018, 425 (uitgifte: 22-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Kinderbijslag
1.
De bedragen, genoemd in de artikelen 7a, tweede lid, en 12, eerste lid, worden al naar gelang de ontwikkeling van het algemene prijsniveau verhoogd of verlaagd.
2.
Het bedrag, genoemd in artikel 7a, tweede lid, wordt telkens gewijzigd met ingang van 1 januari. Bij een wijziging met ingang van 1 januari wordt dit bedrag verhoogd of verlaagd met hetzelfde percentage, als waarmee de consumentenprijsindex over de maand oktober daaraan voorafgaande, naar boven of naar beneden afwijkt van de consumentenprijsindex, waarop de laatste wijziging is gebaseerd. Het gewijzigde bedrag wordt door of namens Onze Minister medegedeeld in de Staatscourant. In afwijking van de eerste zin blijft wijziging per 1 januari achterwege, indien de consumentenprijsindex over de maand oktober daaraan voorafgaande geen afwijking vertoont ten opzichte van de consumentenprijsindex, waarop de laatste wijziging is gebaseerd.
3.
Het bedrag, genoemd in artikel 12, eerste lid, wordt telkens gewijzigd met ingang van 1 januari en 1 juli. Bij een wijziging met ingang van 1 januari onderscheidenlijk 1 juli wordt dit bedrag verhoogd of verlaagd met hetzelfde percentage, al waarmede de consumentenprijsindex over de maand oktober daaraan voorafgaande onderscheidenlijk over de maand april daaraan voorafgaande, naar boven of naar beneden afwijkt van de consumentenprijsindex, waarop de laatste wijziging is gebaseerd. Het gewijzigde bedrag wordt door of namens Onze Minister medegedeeld in de Staatscourant. In afwijking van de eerste zin blijft wijziging per 1 januari onderscheidenlijk per 1 juli achterwege, indien de consumentenprijsindex over de maand oktober onderscheidenlijk over de maand april daaraan voorafgaande geen afwijking vertoont ten opzichte van de consumentenprijsindex, waarop de laatste wijziging is gebaseerd.
4.
Het overeenkomstig het tweede lid en derde lid gewijzigde bedrag treedt in de plaats van het bedrag, genoemd in artikel 7a, tweede, respectievelijk artikel 12, eerste lid.
5.
Indien daartoe naar Ons oordeel een bijzondere aanleiding bestaat, kan het bedrag, genoemd in artikel 7a, tweede lid, of artikel 12, eerste lid, bij algemene maatregel van bestuur met ingang van een bij die algemene maatregel van bestuur aan te geven datum worden verhoogd. De op grond van de vorige zin verhoogde bedragen treden in de plaats van de bedragen, genoemd in artikel 7a, tweede lid, respectievelijk artikel 12, eerste lid.
6.
Indien een verhoging als bedoeld in het vijfde lid samenvalt met een wijziging als bedoeld in het tweede lid of het derde lid, wordt het bedrag voorafgaande aan de verhoging gewijzigd en geschiedt de wijziging, in afwijking van het tweede lid en derde lid, bij de in het vijfde lid bedoelde algemene maatregel van bestuur.
7.
Hetgeen onder consumentenprijsindex als bedoeld in het tweede en derde lid wordt verstaan, wordt nader bij algemene maatregel van bestuur geregeld.
8.
Indien het bedrag, genoemd in artikel 12, eerste lid, wordt gewijzigd, worden de uit de toepassing van artikel 12, derde lid, met betrekking tot dat bedrag voortvloeiende bedragen, samen met de dag waarop de wijziging ingaat, door of namens Onze Minister medegedeeld in de Staatscourant.
9.
Een wijziging van de kinderbijslag op grond van dit artikel vindt plaats zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld.
10.
De Sociale verzekeringsbank betaalt de gewijzigde kinderbijslag, bedoeld in het negende lid, bij de eerstvolgende betaling van de kinderbijslag nadat de wijziging, bedoeld in het tweede dan wel derde lid, heeft plaatsgevonden.