Einde inhoudsopgave
Toezichtbeleidsbrief erkenninghouders RDW 2018
Bijlage Erkenning kentekenplaatfabrikant en/of lamineerder (GAIK) 2018
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2018
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (09-05-2018).
- Bronpublicatie:
05-03-2018, Stcrt. 2018, 14949 (uitgifte: 19-03-2018, regelingnummer: JBZ 2018 / 12294 )
- Inwerkingtreding
01-04-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-03-2018, Stcrt. 2018, 14949 (uitgifte: 19-03-2018, regelingnummer: JBZ 2018 / 12294 )
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
- Hoofdstuk 1.
Toelichting op de Bijlage Erkenning Kentekenplaatfabrikant en/of Lamineerder
- 1.1.
Toelichting
- 1.2.
Indeling
- 1.3.
Titel
- 1.4.
Erkenningen en bevoegdheden
- Hoofdstuk 2.
Positie van de RDW
- 2.1.
Basis van het toezicht
- 2.2.
Wijze van toezicht houden
- 2.3.
Frequentie van het toezicht
- Hoofdstuk 3.
Positie van de erkenninghouder
- 3.1.
Voorschriften
- 3.1.1.
Het verlenen van medewerking aan het toezicht
- 3.1.2.
Documentatie
- 3.1.3.
Erkenningsschild/sticker(s)
- 3.1.4.
Financiële verplichting
- 3.1.5.
Instrueren van uw personeel
- 3.1.6.
Bewaarplicht stukken
- 3.2.
Maatregelen
- 3.2.1.
Wachttijd na intrekking
- 3.3.
Overzichten GAIK Online
- Hoofdstuk 4.
Overtredingen en sancties
- 4.1.
Vaststellen van een overtreding
- 4.2.
Zienswijze
- 4.3.
Ingangsdatum
- 4.4.
Verjaringstermijn
- 4.5.
Categorisering overtredingen en stroomschema
- 4.6.
Soorten sancties
- 4.6.1.
Herschouwing na intrekking voor bepaalde tijd
- Hoofdstuk 5.
Bezwaar en beroep
- 5.1.
Bezwaar
- 5.1.1.
Hoorzitting
- 5.1.2.
Waarschuwing
- 5.1.3.
Opschorten
- 5.2.
Beroep
- 5.3.
Voorlopige voorziening
Hoofdstuk 1. Toelichting op de Bijlage Erkenning Kentekenplaatfabrikant en/of Lamineerder
1.1. Toelichting
De Bijlage Erkenning Kentekenplaatfabrikant en/of Lamineerder is een bijlage bij het Algemeen Deel Toezichtbeleidsbrief Erkenninghouders RDW. In deze bijlage vindt u de specifieke bepalingen voor de erkenninghouder kentekenplaatfabrikant en de erkenninghouder lamineerder. Als erkenninghouder kentekenplaatfabrikant kunt u kentekenplaten fabriceren en afgeven en als erkenninghouder lamineerder kunt u blanco-kentekenplaten fabriceren en leveren. De erkenning kentekenplaatfabrikant en lamineerder zijn zelfstandige erkenningen. Per productieplaats wordt slechts één erkenning kentekenplaatfabrikant en lamineerder afgegeven.
Voor een volledig beeld van het toezichtbeleid van de RDW dient u eerst het Algemeen Deel te lezen.
Alleen een erkenninghouder kentekenplaatfabrikant is bevoegd om kentekenplaten te fabriceren en af te leveren. Een kentekenplaat moet aan de voorschriften voldoen die gesteld zijn in wet- en regelgeving. Is dit niet het geval dan is de kentekenplaat onjuist. Als kentekenplaat wordt beschouwd: Een plaat die op een kentekenplaat lijkt. Dit houdt in dat een plaat met een formaat gelijkend aan een kentekenplaat en voorzien van een kenteken of van een combinatie van cijfers en letters die op een kenteken lijkt, een kentekenplaat is. Ongeacht of de plaat voorzien is van de benodigde merken, lamineercode en EU logo en ongeacht de kleur en het materiaal van de plaat.
Zoekt u een specifiek onderwerp in deze bijlage, dan raden wij u aan het hele hoofdstuk te lezen waarin het onderwerp wordt behandeld.
1.2. Indeling
(zie Algemeen Deel)
1.3. Titel
Deze bijlage is getiteld: Bijlage Erkenning Kentekenplaatfabrikant en/of Lamineerder van de Toezichtbeleidsbrief Erkenninghouders RDW.
1.4. Erkenningen en bevoegdheden
(zie Algemeen Deel)
Er zijn voor deze paragraaf geen bijzonderheden.
Hoofdstuk 2. Positie van de RDW
2.1. Basis van het toezicht
De RDW houdt toezicht op de verleende erkenning kentekenplaatfabrikant en/of lamineerder. De basis van het toezicht is vastgelegd in de Wegenverkeerswet 1994 en de Erkenningsregeling fabrikanten kentekenplaten of de Erkenningsregeling lamineerders.
2.2. Wijze van toezicht houden
De RDW houdt toezicht op de erkenning kentekenplaatfabrikant en de erkenning lamineerder met controlebezoeken, administratieve controles en fysieke controles.
Bovendien wordt bij het toezicht gebruik gemaakt van signaleringen van derden voor Risico Gestuurd Toezicht.
Risico Gestuurd Toezicht
Risico Gestuurd Toezicht houdt kortgezegd in dat bedrijven waar overtredingen en of signalen geconstateerd zijn vaker het onderwerp van toezicht kunnen zijn. Bedrijven die minder goed of slecht presteren op het gebied van naleving van de regels zullen vaker gecontroleerd worden dan bedrijven die aantoonbaar de regels en instructies goed naleven.
Controlebezoeken
De controlebezoeken worden uitgevoerd door bedrijvencontroleurs van de RDW en worden in de regel van te voren telefonisch aangekondigd. U wordt op werkdagen tussen 8:00 uur en 17:00 uur gebeld op het bij de RDW bekende telefoonnummer. De bedrijvencontroleur belt niet met nummerherkenning. U kunt hieraan echter geen rechten ontlenen. U bent er zelf verantwoordelijk voor dat de RDW over het juiste telefoonnummer beschikt.
Bij geen gehoor worden, verspreid over verschillende werkdagen, maximaal twee nieuwe pogingen ondernomen om het bezoek aan te kondigen. De bedrijvencontroleurs spreken geen antwoordapparaten of voicemails in. Als na een (in totaal) derde poging geen controlebezoek tot stand kan komen, bezoekt de bedrijvencontroleur uw bedrijf onaangekondigd.
Wordt bij aankomst in uw bedrijf niemand aangetroffen die gemachtigd is om medewerking aan de controle te verlenen, dan laat de bedrijvencontroleur een kaartje achter waaruit blijkt dat hij bij uw bedrijf is geweest. De RDW stuurt u vervolgens een ‘Verklaring controle erkenning en/of handelaarskentekens en -kentekenbewijzen’ toe. Op deze verklaring kunt u drie telefoonnummers invullen waarop u bereikbaar bent of waarop een door u gemachtigde persoon bereikbaar is.
Na ontvangst door de RDW van de ingevulde en ondertekende verklaring zal de bedrijvencontroleur vervolgens een onaangekondigd bezoek plannen. Als er wederom niemand wordt aangetroffen die gemachtigd is om medewerking aan de controle te verlenen, dan probeert de bedrijvencontroleur u op de opgegeven telefoonnummers te bereiken. U of een door u gemachtigd persoon moet dan binnen 15 minuten op de locatie aanwezig zijn. Stuurt u de verklaring niet terug of komt het na de uitgevoerde belpogingen niet tot een controlebezoek omdat er niemand is die namens uw bedrijf een controle mogelijk kan maken, dan kan daaraan de conclusie worden verbonden dat geen medewerking wordt verleend aan het toezicht en kan een tijdelijke intrekking van de erkenning van 6 weken worden opgelegd.
Wanneer in verband met langdurige afwezigheid uw bedrijf gesloten is en er geen bedrijfsactiviteiten plaatsvinden zodat controle op de erkenning niet mogelijk is, dan brengt u de RDW hiervan tijdig schriftelijk op de hoogte.
Daarnaast kunnen meldingen van de onder paragraaf 4.1 van het Algemeen Deel genoemde organisaties of personen reden zijn een onderzoek in te stellen en aanleiding geven tot een (onaangekondigd) controlebezoek door de RDW.
2.3. Frequentie van het toezicht
De frequentie van het periodieke toezicht door middel van controlebezoeken is in beginsel 1 keer per 3 jaar. Er wordt risico gestuurd toezicht toegepast op basis van risicoprofielen. Naar aanleiding daarvan wordt voor uw bedrijf de bezoekfrequentie bepaald en daardoor kan uw bedrijf vaker worden bezocht dan 1 keer per 3 jaar.
Hoofdstuk 3. Positie van de erkenninghouder
Als u in het bezit bent van de erkenning lamineerder heeft u de mogelijkheid om blanco-kentekenplaten te fabriceren en te leveren aan erkende kentekenplaatfabrikanten. Bent u in het bezit van de erkenning kentekenplaatfabrikant dan heeft u de mogelijkheid om kentekenplaten te fabriceren en af te geven. Kentekenplaten worden bevestigd op voertuigen die daarmee gebruik kunnen maken van de openbare weg. Deze erkenningen brengen dus een grote verantwoordelijkheid met zich mee.
Daarom houdt de RDW toezicht op uw erkenning(en).
3.1. Voorschriften
Naast de in het Algemeen Deel genoemde verplichtingen om in aanmerking te komen en te blijven voor een erkenning kentekenplaatfabrikant, moet u aan een aantal andere voorwaarden voldoen.
- —
U dient een natuurlijk persoon of rechtspersoon te zijn die exploitant is van een productieplaats waar kentekenplaten kunnen worden vervaardigd. U moet als zodanig ingeschreven zijn in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
- —
U moet in het bezit zijn van een overdekte, goed af te sluiten, verlichte en verwarmde ruimte.
Een afsluitbare voorziening waarin de halffabricaten, kentekenplaten en afgekeurde kentekenplaten kunnen worden bewaard, moet in de ruimte aanwezig zijn. Dit kan bijvoorbeeld een kast zijn die op slot kan. De afsluitbare voorziening is niet voorzien van wieltjes en is ook niet draagbaar.
- —
Er moet ruimte zijn om de administratie rondom het fabriceren en afgeven van kentekenplaten te kunnen herbergen. De mogelijkheid tot het elektronisch opslaan van de bedoelde gegevens valt hier ook onder.
- —
In de productieplaats dienen een matrijzenset, een pers, een apparaat voor het plaatsen van een keurmerk en een hotprintmachine of verfwals als hulpmiddel aanwezig te zijn, in goede staat van onderhoud en goed functionerend.
- —
U moet beschikken over door de RDW goedgekeurde data-communicatieapparatuur.
- —
U dient aan te kunnen geven waar de droogstempels van uw bedrijf zich bevinden. Deze droogstempels worden gebruikt voor het plaatsen van RDW GAIK in een taxiverklaring.
- —
Op verzoek moet u een testrapport van een door de RDW aangewezen onderzoeksinstelling
- —
overleggen waaruit blijkt dat de geteste kentekenplaten aan de eisen voldoen.
Naast de in het Algemeen Deel genoemde verplichtingen om in aanmerking te komen voor een erkenning lamineerder, moet u aan een aantal andere voorwaarden voldoen.
- —
U dient een natuurlijk persoon of rechtspersoon te zijn die exploitant is van een productieplaats waar blanco-kentekenplaten kunnen worden vervaardigd. U moet als zodanig zijn ingeschreven zijn in het handelsregister van de Kamer van Koophandel wanneer u gevestigd bent in Nederland.
- —
U moet in het bezit zijn van een overdekte, goed af te sluiten, verlichte en verwarmde ruimte.
- —
Een afsluitbare voorziening waarin de grondstoffen, blanco-kentekenplaten, en afgekeurde blanco-kentekenplaten kunnen worden bewaard, moet in de ruimte aanwezig zijn.
- —
Er moet ruimte zijn om de administratie rondom het fabriceren blanco-kentekenplaten te kunnen herbergen.
- —
U moet beschikken over door de RDW goedgekeurde data-communicatieapparatuur.
- —
Op verzoek moet u een testrapport van een door de RDW aangewezen onderzoeksinstelling overleggen waaruit blijkt dat de geteste blanco-kentekenplaten aan de eisen voldoen.
Als u niet meer aan deze verplichtingen voldoet, leidt dat tot een schorsing van de erkenning. Hierover vindt u meer in paragraaf 3.2 van het Algemeen Deel.
Aanvullende eisen aan het bedrijfsadres
Het bedrijfsadres moet tevens voldoen aan een aantal eisen zodat de bedrijfsactiviteiten en administratie op een veilige manier uitgevoerd kunnen worden.
Deze aanvullende eisen zijn:
Bedrijfsadres
Het bedrijfsadres is het adres dat als bezoekadres bij de Kamer van Koophandel is opgegeven. Dit is het adres dat de bedrijvencontroleur bezoekt voor schouwing en controle. Het is daarom belangrijk dat het huisnummer goed leesbaar is vanaf de openbare weg.
Pand
Het bedrijfsadres bestaat uit een pand, woonwagen of een kantoorunit. Een eenvoudig verplaatsbaar of verrijdbaar pand zoals bijvoorbeeld een caravan, auto, (zee-) container, (schaft-)keet of een andere aanhangwagen met opbouw is niet toegestaan.
Verlichting en verwarming
Het bedrijfsadres moet voldoende verlicht zijn. Ook moet het bedrijfsadres voldoende verwarmd zijn. Goed verwarmd houdt in dat de gemiddelde temperatuur minimaal 15 graden Celsius is. De verwarming moet van een dusdanige capaciteit zijn dat de ruimte na het openen van de deuren voldoende verwarmd is en blijft. De verwarming van de ruimte moet op een veilige manier zijn uitgevoerd. Dit houdt onder andere in dat de verwarmingsapparaten waarin een brander is gemonteerd, deze brander niet direct van buitenaf te benaderen mag zijn. Dit dient origineel en deugdelijk te zijn uitgevoerd. De inlaatgassen moeten op deugdelijke manier van buitenaf aangevoerd worden. De uitlaatgassen hiervan moeten op deugdelijke manier naar de buitenlucht afgevoerd worden. Het zogenaamde open vuur is niet toegestaan.
Faciliteiten
Op uw bedrijfsadres moet u de beschikking hebben over een deugdelijke tafel of bureau en een deugdelijke stoel zodat de bedrijvencontroleur de rapportage kan opmaken. Ook moet u over een deugdelijke toiletruimte te beschikken.
3.1.1. Het verlenen van medewerking aan het toezicht
U bent verplicht mee te werken aan het toezicht door de RDW. Dit betekent dat u de te controleren (blanco-)kentekenplaten, de aanverwante zaken en de voor de erkenning relevante administratie ter beschikking van de bedrijvencontroleur moet stellen en dat u aan de bedrijvencontroleur de gevraagde informatie verstrekt.
3.1.2. Documentatie
De erkenninghouder kentekenplaatfabrikant en lamineerder kan nadere informatie inwinnen via de RDW-publicaties ‘Gebruikershandleiding Webapplicaties RDW algemeen’, ‘Gebruikershandleiding voor kentekenplaatfabrikanten’, ‘Gebruikershandleiding voor lamineerders’, ‘Gebruikershandleiding ophalen bestanden WEBREB GAIK Online’ en ‘Procedures GAIK Online’.
Deze zijn te verkrijgen bij de unit Erkenningen en Toezicht van de RDW, Postbus 30000, 9640 RA te Veendam. Ook is de informatie te vinden op: gaik.rdw.nl
3.1.3. Erkenningsschild/sticker(s)
Als aan u een intrekking voor onbepaalde tijd wordt opgelegd, moet u naast de in het Algemeen Deel genoemde stukken ook de droogstempel en blinddruktang die door de RDW is verstrekt per direct inleveren bij de RDW. Tevens dient u na intrekking alle stickers te verwijderen.
3.1.4. Financiële verplichting
In afwijking van het Algemeen deel gaat de financiële schorsing in beginsel op de vijfde werkdag na dagtekening van het besluit in.
3.1.5. Instrueren van uw personeel
(zie Algemeen Deel)
Er zijn voor dit onderdeel geen bijzonderheden.
3.1.6. Bewaarplicht stukken
(zie Algemeen Deel)
Er zijn voor dit onderdeel geen bijzonderheden.
3.2. Maatregelen
(zie Algemeen Deel)
3.2.1. Wachttijd na intrekking
Indien u een aanvraag voor een erkenning en/of bevoegdheid indient, dan wordt deze aanvraag geweigerd wanneer in de twaalf weken voorafgaand aan uw aanvraag dezelfde aan u afgegeven erkenning en/of bevoegdheid is ingetrokken. In het geval dat een aan u afgegeven erkenning twee keer of meer is ingetrokken, dan wordt de aanvraag geweigerd tot zes maanden na de laatste intrekking.
3.3. Overzichten GAIK Online
Via GAIK Online kan de erkenninghouder een overzicht opvragen van de op hem betrekking hebbende gegevens van (blanco-)kentekenplaten.
Hoofdstuk 4. Overtredingen en sancties
4.1. Vaststellen van een overtreding
(zie Algemeen Deel)
Er zijn voor deze paragraaf geen bijzonderheden.
4.2. Zienswijze
In aanvulling op het Algemeen Deel geldt dat als er een reden is om naar aanleiding van een geconstateerde onregelmatigheid een sanctie op te leggen, het voornemen hiertoe aan u wordt meegedeeld met een concept sanctiebrief. Voordat een sanctie aan u wordt opgelegd, krijgt u de gelegenheid om uw zienswijze kenbaar te maken. Hoe u dit kunt doen, kunt u lezen in de concept sanctiebrief. U heeft dan 3 weken na dagtekening van de brief waarbij de concept sanctie aan u wordt aangeboden de tijd om mondeling (bijvoorbeeld telefonisch) dan wel schriftelijk uw visie kenbaar te maken aan de RDW. Na 3 weken krijgt u een definitieve sanctiebrief toegezonden. Bij de totstandkoming van de definitieve brief wordt met uw zienswijze rekening gehouden. U kunt pas bezwaar aantekenen nadat u de definitieve sanctiebrief heeft ontvangen. Onderaan de definitieve brief staat beschreven hoe u bezwaar kunt maken en binnen welke termijn u het bezwaarschrift moet indienen.
4.3. Ingangsdatum
(zie Algemeen Deel)
In afwijking van het Algemeen deel treedt een intrekking onbepaalde tijd naar aanleiding van geconstateerde overtredingen in beginsel 1 week na dagtekening van het besluit in werking.
4.4. Verjaringstermijn
(zie Algemeen Deel)
Als grondslag voor de verjaringstermijn geldt de datum van constatering van de overtreding.
4.5. Categorisering overtredingen en stroomschema
(Zie algemeen Deel)
Voorbeelden van categorie I overtredingen
Erkenning kentekenplaatfabrikant:
- —
het niet melden van gegevens van ontvangen blanco-kentekenplaten aan de RDW binnen één week na ontvangst van de blanco-kentekenplaten;
- —
het niet binnen één week na constatering van een onregelmatigheid de blanco-kentekenplaten onbruikbaar gemaakt of retour gestuurd naar de lamineerder;
- —
de onbruikbaar gemaakte blanco-kentekenplaat of de retour gestuurde blanco-kentekentekenplaat is niet als zodanig geregistreerd;
- —
het niet opbergen van (blanco-) kentekenplaten in de afsluitbare voorziening;
- —
het niet binnen één week na constatering van een onregelmatigheid de kentekenplaten onbruikbaar gemaakt;
- —
de onbruikbaar gemaakte kentekenplaat is niet als zodanig geregistreerd;
- —
het niet kunnen tonen van de droogstempels RDW GAIK;
- —
het niet meteen melden van diefstal van blanco-kentekenplaten aan de RDW;
- —
het registreren van de afgifte van kentekenplaten zonder dat de afgifte heeft plaatsgevonden;
- —
het registreren van onjuiste gegevens;
- —
de taxiverklaring niet voorzien van de droogstempel RDW GAIK;
- —
het niet registreren van kentekenplaten als zijnde doorgeleverd voorafgaand aan de doorlevering;
- —
het doorleveren van onjuiste kentekenplaten (bijvoorbeeld als de kentekenplaten niet aan de eisen voldoen of voorzien zijn van een keurmerk);
- —
het niet registreren van kentekenplaten als zijnde gemaakt, voorafgaand aan de afgifte door een koerier;
- —
de afgekeurde of ingenomen (blanco-)kentekenplaat is niet op de correcte wijze onbruikbaar gemaakt. De (blanco-)kentekenplaat moet doormidden geknipt zijn waarbij de lamineercode nog leesbaar moet zijn.
- —
de te bewaren onbruikbaar gemaakte (blanco-)kentekenplaat kan niet worden getoond. Van de laatste tien meldingen van de vernietiging van afgekeurde (blanco-)kentekenplaten en van de laatste tien afgiftemeldingen waarbij kentekenplaten zijn ingenomen in het kader van omwisseling, moeten de onbruikbaar gemaakt (blanco-)kentekenplaten tijdens de controle getoond kunnen worden. Tevens wordt hieronder verstaan het op onjuiste wijze bewaren van de onbruikbaar gemaakte kentekenplaten waardoor tijdens controle niet direct duidelijk is welke delen van de kentekenplaten bij elkaar horen.
Erkenning lamineerder:
- —
het document van de foliefabrikant over de geleverde folie is niet volledig of kan niet getoond worden;
- —
het niet kunnen tonen van de in ontvangst genomen folie;
- —
het niet opbergen van folie in de afsluitbare voorziening;
- —
het rapport van de ingangscontrole van de folie is niet volledig of kan niet getoond worden;
- —
het niet apart opslaan van folie die nog niet is gecontroleerd;
- —
het rapport van de vernietigde folie is niet volledig of kan niet getoond worden;
- —
het afschrift van het document dat meegestuurd is met de geretourneerde folie is niet volledig of kan niet getoond worden;
- —
het niet meteen melden van diefstal van blanco-kentekenplaten aan de RDW;
- —
het in ontvangst nemen van folie die niet voorzien is van het foliewaarmerk (indien de folie voorzien had moeten zijn van het foliewaarmerk);
- —
de fabricage van blanco-kentekenplaten vindt niet plaats in de productieplaats waarvoor de erkenning is verleend;
- —
het rapport van de vernietigde blanco-kentekenplaten is niet volledig of kan niet getoond worden;
- —
het niet opbergen van blanco-kentekenplaten in een afsluitbare voorziening;
- —
het niet of niet tijdig vernietigen of retour sturen van afgekeurde folie;
- —
het niet of niet tijdig vernietigen van afgekeurde blanco-kentekenplaten;
- —
het niet of niet tijdig registreren van de levering van blanco-kentekenplaten aan erkende kentekenplaatfabrikanten;
- —
het leveren van onjuiste blanco-kentekenplaten.
Voorbeelden van categorie II overtredingen
Erkenning kentekenplaatfabrikant:
- —
het niet voeren van een volledige administratie;
- —
het niet kunnen tonen van (blanco-) kentekenplaten;
- —
het niet of niet tijdig registreren van de afgifte van kentekenplaten;
- —
het doorleveren van kentekenplaten die niet mogen worden doorgeleverd;
- —
het fabriceren van kentekenplaten buiten de productieplaats;
- —
het onterecht afgeven van kentekenplaten (bijvoorbeeld als bij afgifte de benodigde documenten niet zijn getoond, de te vervangen kentekenplaten niet zijn ingenomen of de RDW heeft gemeld dat de kentekenplaten niet mogen worden afgegeven);
- —
het afgeven van onjuiste kentekenplaten (bijvoorbeeld als de kentekenplaten voorzien zijn van een onjuist kenteken);
- —
het afgeven van kentekenplaten van het verkeerde model;
- —
het afgeven van meer dan het toegestane aantal kentekenplaten;
- —
het niet onbruikbaar maken van de ingenomen kentekenplaten binnen een dag na inontvangstneming of het niet meteen onbruikbaar maken van de taxikentekenplaten die vervangen zijn omdat het voertuig niet meer wordt gebruikt als taxi;
- —
platen met een lamineercode voor andere doeleinden gebruikt (bijvoorbeeld als de platen voorzien zijn van tekst in plaats van een kenteken).
Erkenning lamineerder:
- —
het niet voeren van een volledige administratie;
- —
het niet registreren van de levering van blanco-kentekenplaten aan een andere lamineerder;
- —
het niet volledig registreren van de levering van blanco-kentekenplaten aan een andere lamineerder;
- —
het niet registreren van de ontvangst van blanco-kentekenplaten van een andere lamineerder;
- —
het niet volledig registreren van de ontvangst van blanco-kentekenplaten van een andere lamineerder.
Voorbeelden van categorie III overtredingen
Erkenning kentekenplaatfabrikant:
- —
het onterecht doorleveren van blanco-kentekenplaten;
- —
de ontvangen blanco-kentekenplaten komen niet van een erkende lamineerder.
Erkenning lamineerder:
het leveren van blanco-kentekenplaten aan een onbevoegde.
Voorbeelden van categorie IV overtredingen
- —
ondermijning van het toezicht, zoals:
- •
verbaal en/of fysiek geweld of dreiging daarmee;
- •
niet verlenen van toegang tot uw bedrijf;
- •
intimidatie;
- —
fraude;
- —
niet nakomen van de financiële verplichtingen na schorsing;
- —
niet binnen de termijn aan de schorsingsvoorwaarden voldoen.
Het is mogelijk dat u een overtreding begaat, die niet specifiek als voorbeeld benoemd is.
De RDW heeft het recht deze overtreding te categoriseren en te sanctioneren.
Meervoudige overtredingen
(zie Algemeen Deel)
4.6. Soorten sancties
(zie Algemeen Deel)
4.6.1. Herschouwing na intrekking voor bepaalde tijd
Na afloop van een intrekking voor bepaalde tijd wordt de intrekking automatisch door de RDW beëindigd. U hoeft hiervoor niets te doen. Wel wordt uw bedrijf daarna opnieuw bezocht door een bedrijvencontroleur van de RDW. Dit wordt een herschouwing genoemd. Deze herschouwing dient binnen 2 weken nadat de sanctie is opgeheven plaats te vinden. De bedrijvencontroleur kondigt het bezoek kort tevoren telefonisch aan (zie voor de procedure ‘Wijze van toezicht houden’ punt 2.2 van deze bijlage). Voldoet u bij de herschouwing niet aan de eisen en/of voorschriften dan kunt u in het stroomschema zelf nagaan welke sanctie naar verwachting wordt opgelegd. Aan de herschouwing zijn kosten verbonden.
Wanneer aan uw bedrijf een intrekking voor bepaalde tijd is opgelegd anders dan voor het niet verlenen van medewerking aan de controle zoals bedoeld onder 2.2 van deze bijlage, en herschouwing ondanks telefonische aankondiging controle niet mogelijk is, wordt gekeken of er sprake is van een geldige verklaring als bedoeld onder 2.2 van deze bijlage. Is er van uw bedrijf geen (geldige) verklaring zoals bedoeld in 2.2 van deze bijlage dan kunt u onder dat punt lezen wat de gevolgen voor u zijn.
Wanneer aan uw bedrijf een intrekking voor bepaalde tijd is opgelegd omdat u geen medewerking heeft verleend zoals bedoeld onder 2.2 van deze bijlage, terwijl de bedrijvencontroleur daarna gebruik heeft gemaakt van de eerder door u ingevulde en ondertekende verklaring, zoals vermeld onder 2.2 van deze bijlage, dan wordt daaraan de conclusie verbonden dat u blijvend geen medewerking verleend en volgt een intrekking voor onbepaalde tijd.
Hoofdstuk 5. Bezwaar en beroep
5.1. Bezwaar
(zie Algemeen Deel)
Er zijn voor deze paragraaf geen bijzonderheden.
5.1.1. Hoorzitting
(zie Algemeen Deel)
Er zijn voor dit onderdeel geen bijzonderheden.
5.1.2. Waarschuwing
(zie Algemeen Deel)
Er zijn voor dit onderdeel geen bijzonderheden.
5.1.3. Opschorten
(zie Algemeen Deel)
Er zijn voor dit onderdeel geen bijzonderheden.
5.2. Beroep
(zie Algemeen Deel)
Er zijn voor deze paragraaf geen bijzonderheden.
5.3. Voorlopige voorziening
(zie Algemeen Deel)
Er zijn voor deze paragraaf geen bijzonderheden.