RvdW 2006, 98
HvJ EG, 08-11-2005, nr. C-443/03
HvJ EG 08-11-2005, ECLI:EU:C:2005:665
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
8 november 2005
- Magistraten
(Mrs. V. Skouris, P. Jann, C.W.A. Timmermans, A. Rosas, J. Malenovský, S. von Bahr, J.N. Cunha Rodrigues, R. Silva de Lapuerta, K. Lenaerts, E. Juhász, G. Arestis, A. Borg Barthet, M. Ilesˇic
- Zaaknummer
C-443/03
- Conclusie
A-G Stix-Hackl
- LJN
AU5958
- Vakgebied(en)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2005:665, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 08‑11‑2005
ECLI:EU:C:2005:409, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 28‑06‑2005
- Wetingang
Artikel 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken
Essentie
Götz Leffler tegen Berlin Chemie AG
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 68 en 234 EG, ingediend door HR 17 oktober 2003, NJ 2004, 267. Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken. Betekening en kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken. Ontbreken van een vertaling van een gerechtelijk stuk. Gevolgen daarvan.
Art. 8 lid 1 EG-Betekeningsverordening moet aldus worden uitgelegd dat wanneer degene voor wie een stuk bestemd is, heeft geweigerd dit in ontvangst te nemen op grond dat het niet is gesteld in een officiële taal van de aangezochte lidstaat of in een taal van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.