Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor inrichtingen waar landdieren worden gehouden en broederijen, alsmede voor de traceerbaarheid van bepaalde gehouden landdieren en broedeieren
Artikel 54 Door de bevoegde autoriteit verleende vrijstellingen voor exploitanten van geconsigneerde inrichtingen en voor exploitanten voor de identificatie van varkens die voor culturele, recreatieve of wetenschappelijke doeleinden worden gehouden
Geldend
Geldend vanaf 25-12-2019
- Bronpublicatie:
28-06-2019, PbEU 2019, L 314 (uitgifte: 05-12-2019, regelingnummer: 2019/2035)
- Inwerkingtreding
25-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2019, PbEU 2019, L 314 (uitgifte: 05-12-2019, regelingnummer: 2019/2035)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
De bevoegde autoriteit kan exploitanten van geconsigneerde inrichtingen en exploitanten die varkens houden voor culturele, recreatieve of wetenschappelijke doeleinden vrijstellen van de in artikel 52, lid 1, vastgestelde voorschriften voor de identificatie van varkens.
2.
Bij de verlening van vrijstellingen op grond van lid 1 van dit artikel zorgt de bevoegde autoriteit ervoor dat een injecteerbare transponder zoals bedoeld in bijlage III, onder e), door haar is goedgekeurd voor de identificatie van de in lid 1 van dit artikel bedoelde varkens, en dat dat goedgekeurde identificatiemiddel aan de voorschriften van artikel 55, lid 1 voldoet.
3.
De bevoegde autoriteit stelt procedures vast voor het aanvragen door exploitanten van een dergelijke vrijstelling overeenkomstig lid 1.