Voorlopige hechtenis in het Nederlandse jeugdstrafrecht
Einde inhoudsopgave
Voorlopige hechtenis in het Nederlandse jeugdstrafrecht (Meijers-reeks) 2017/2.3:2.3 Internationale waarborgen tegen onrechtmatige en willekeurige vrijheidsbeneming
Voorlopige hechtenis in het Nederlandse jeugdstrafrecht (Meijers-reeks) 2017/2.3
2.3 Internationale waarborgen tegen onrechtmatige en willekeurige vrijheidsbeneming
Documentgegevens:
mr. drs. Y.N. van den Brink, datum 01-12-2017
- Datum
01-12-2017
- Auteur
mr. drs. Y.N. van den Brink
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het kinder- en mensenrechtelijke verbod op onrechtmatige en willekeurige vrijheidsbeneming brengt verschillende waarborgen met zich mee voor de voorlopige hechtenis van minderjarigen. Voordat de waarborgen die voortvloeien uit de Europese standaarden die zijn neergelegd in het EVRM aan de orde komen (par. 2.4), zal in deze paragraaf nader worden ingegaan op de waarborgen die voortvloeien uit internationale kinder- en mensenstandaarden die zijn vastgelegd in het IVRK en het IVBPR. Deze waarborgen beogen individuen wereldwijd te beschermen tegen onrechtmatige en willekeurige vrijheidsbeneming, waarbij artikel 37(b) IVRK zich specifiek toespitst op de bescherming van minderjarigen.
Artikel 37(b) IVRK is nauw verwant met artikel 9, eerste lid IVBPR. Het verbod op onrechtmatige en willekeurige vrijheidsbeneming in artikel 37(b) IVRK is volgens de travaux préparatoires van het IVRK in belangrijke mate gebaseerd op artikel 9, eerste lid IVBPR.1 De totstandkomingsgeschiedenis van artikel 9, eerste lid IVBPR, alsmede de op deze bepaling betrekking hebbende rechtspraak en General Comment No. 35 van het Mensenrechtencomité (MRC) van de Verenigde Naties, kunnen dan ook waardevolle bronnen van inspiratie zijn voor de invulling van het in artikel 37(b) IVRK opgenomen rechtmatigheidsvereiste en verbod op willekeur met betrekking tot vrijheidsbeneming van minderjarigen.2 Daarnaast biedt artikel 9, eerste lid IVBPR als zodanig ook bescherming aan minderjarigen. De hierin opgenomen term ‘niemand’ impliceert immers dat op grond van deze bepaling ook minderjarigen niet mogen worden onderworpen aan onrechtmatige en willekeurige vrijheidsbeneming.
2.3.1 Rechtmatigheid2.3.2 Willekeur2.3.3 Voorlopige hechtenis en artikel 9 IVBPR2.3.4 Voorlopige hechtenis en artikel 37(b) IVRK: uiterste maatregel en zo kort mogelijk