JWB 2007/371
Procesrecht, bewijsaanbod
HR 02-11-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BB3668
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 november 2007
- Zaaknummer
C06/154HR
- LJN
BB3668
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB3668, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑11‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB3668, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑05‑2006
- Wetingang
Essentie
Procesrecht, bewijsaanbod
Samenvatting
Casus
Het gaat in deze casus om de persoonlijke aansprakelijkheid van de feitelijk bestuurder en vereffenaar van een ontbonden vennootschap voor het niet-nakomen van verplichtingen uit een arbeidsovereenkomst.
Rechtsvraag
Heeft het hof de stelling van eiser ten onrechte als een bevrijdend verweer aangemerkt waarvan de bewijslast op eiser rust, en ten onrechte dat verweer verworpen op de grond dat eiser in hoger beroep geen specifiek bewijs van die stelling heeft aangeboden?
Beslissing
Ja. De stelling van eiser is geen bevrijdend verweer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.