RvdW 2018/1290
Onrechtmatige overheidsdaad. Negatieve kwalificatie handelen advocaat in brief Raad voor de rechtspraak aan Kamerlid onrechtmatig jegens advocaat?; aan de Staat toekomende vrijheid; in acht te nemen zorgvuldigheid. Onrechtmatige daad Staat door rechter te voorzien van rechtsbijstand?; art. 81 RO. Samenhang met RvdW 2018/1291.
HR 23-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2160
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 november 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/02695
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2160, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:790, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑07‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑08‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑06‑2017
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad. Negatieve kwalificatie handelen advocaat in brief Raad voor de rechtspraak aan Kamerlid onrechtmatig jegens advocaat?; aan de Staat toekomende vrijheid; in acht te nemen zorgvuldigheid. Onrechtmatige daad Staat door rechter te voorzien van rechtsbijstand?; art. 81 RO. Samenhang metRvdW 2018/1291.
Falende cassatieklachten tegen het oordeel van het hof dat in de omstandigheden van het onderhavige geval en in het bijzonder gegeven de ontstane onzekerheid over de juistheid van het standpunt van A (de rechter die financieel en in ander opzicht publiekelijk door de Raad door de rechtspraak werd ondersteund in een door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.