Einde inhoudsopgave
Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds
Artikel 61 Aard van de financiering
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2017
- Redactionele toelichting
Voorlopige toepassing vanaf 31-10-2010.
- Bronpublicatie:
22-06-2010, Trb. 2011, 78 (uitgifte: 03-05-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-07-2017, Trb. 2017, 116 (uitgifte: 21-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
1.
De financiering geschiedt onder meer in de volgende vormen:
- a.
projecten en programma's;
- b.
kredietlijnen, garantieregelingen en aandelenparticipatie;
- c.
begrotingssteun: hetzij rechtstreeks, voor de ACS-staten met convertibele en vrij verhandelbare valuta, hetzij onrechtstreeks door het gebruik van tegenwaardefondsen uit hoofde van de verschillende communautaire instrumenten;
- d.
menselijke en materiële middelen die noodzakelijk zijn voor effectief beheer van en toezicht op projecten en programma's;
- e.
sectorale en algemene programma's ter ondersteuning van de invoer, in de vorm van:
- i.
sectorale invoerprogramma's in natura, onder meer door financiering van inputs voor het productiestelsel en van benodigdheden om de sociale dienstverlening te verbeteren;
- ii.
sectorale invoerprogramma's in de vorm van in gedeelten vrijkomende deviezensteun ter financiering van sectorale invoer; en
- iii.
algemene invoerprogramma's in de vorm van in gedeelten vrijkomende deviezensteun ter financiering van de algemene invoer van een grote verscheidenheid aan producten.
2.
Rechtstreekse begrotingssteun ter ondersteuning van macro-economische of sectorale hervormingen wordt verleend indien:
- a)
goed uitgewerkte, op armoedebestrijding gerichte nationale of sectorale ontwikkelingsstrategieën aanwezig of in uitvoering zijn;
- b)
een goed uitgewerkt, op stabiliteit gericht macro-economisch of sectoraal beleid, dat door het land zelf is ingesteld en door de belangrijkste donors, waaronder indien van toepassing de internationale financiële instellingen, positief is beoordeeld, aanwezig of in uitvoering is, en
- c)
het financieel beheer van de overheid voldoende transparant, verantwoordelijk en doeltreffend is.
De Gemeenschap stemt systemen en procedures specifiek op elk ACS-land af, houdt samen met het partnerland toezicht op haar begrotingssteun en steunt de inspanningen van de partnerlanden ter versterking van de nationale verantwoording, het toezicht door het parlement, de auditcapaciteiten en de toegang tot informatie voor het publiek.
3.
Soortgelijke begrotingssteun wordt geleidelijk verstrekt voor sectoraal beleid ter vervanging van afzonderlijke projecten.
4.
Door middel van de hierboven omschreven invoerprogramma's en begrotingssteun kan tevens steun worden verleend aan begunstigde ACS-staten die hervormingen uitvoeren die gericht zijn op intraregionale economische liberalisering en netto overgangskosten met zich meebrengen.
5.
De middelen die in het kader van de Overeenkomst ter financiering van projecten, programma's en andere activiteiten die tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Overeenkomst bijdragen worden ingezet, zijn de middelen die zijn uitgetrokken in het meerjarige financiële kader voor de samenwerking waarin deze Overeenkomst voorziet, de eigen middelen van de Europese Investeringsbank (hierna ‘de Bank’ genoemd), en waar toepasselijk andere middelen uit de begroting van de Europese Gemeenschap.
6.
De middelen die uit hoofde van de Overeenkomst worden verstrekt kunnen worden benut ter dekking van het totaal van plaatselijke en externe uitgaven voor projecten en programma's, en ook voor de financiering van terugkerende kosten.