Einde inhoudsopgave
Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet
Artikel 34
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
15-04-2010, Stb. 2010, 182 (uitgifte: 20-05-2010, kamerstukken: 32310)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-2010, Stb. 2010, 182 (uitgifte: 20-05-2010, kamerstukken: 32310)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Zo spoedig mogelijk na het overlijden van een deelnemer aan het verzet, die op het tijdstip van zijn overlijden recht op buitengewoon pensioen ontleende aan artikel 6, wordt een uitkering (overlijdensuitkering) ten bedrage van tweemaal het bedrag van het buitengewoon pensioen van de overledene over de maand, waarin hij is overleden, uitbetaald aan de langstlevende der echtgenoten, indien de overledene niet duurzaam van de andere echtgenoot gescheiden leefde, dan wel bij diens ontstentenis aan degenen, ten aanzien van wie de overledene ten tijde van het overlijden grotendeels in de kosten van het bestaan voorzag en met wie hij tot zijn overlijden duurzaam in gezinsverband heeft geleefd.
2.
In het eerste lid wordt onder buitengewoon pensioen verstaan: het pensioen, bedoeld in artikel 11, verhoogd met de vermeerdering, bedoeld in de artikelen 12, 13 en 14, ongeacht het bepaalde in artikel 16.
3.
Indien er geen rechthebbenden als bedoeld in het eerste lid zijn, is de Sociale verzekeringsbank bevoegd de in dat lid bedoelde uitkering geheel of gedeeltelijk uit te betalen aan de persoon, die daarvoor naar zijn oordeel op billijkheidsoverwegingen in aanmerking komt, mits deze daartoe binnen zes maanden na het overlijden een verzoek bij genoemde Raad heeft ingediend.
4.
Op een krachtens dit artikel verleende uitkering worden op grond van hetzelfde overlijden krachtens andere wettelijke voorschriften verstrekte uitkeringen van overeenkomstige aard in mindering gebracht, indien die andere uitkeringen voortvloeien uit door de overledene genoten inkomsten als bedoeld in artikel 16, derde lid.
5.
Indien meer pensioen is uitbetaald dan overeenstemt met artikel 31, wordt het te veel betaalde teruggevorderd, voor zover verrekening daarvan kan plaatsvinden met een overlijdensuitkering krachtens dit artikel.