Einde inhoudsopgave
Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1986. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-1983
- Bronpublicatie:
16-05-1986, Stb. 1986, 360 (uitgifte: 10-07-1986, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 18831 Overheid.nl: 18831)
- Inwerkingtreding
01-08-1986, terugwerkend tot: 01-01-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-1986, Stb. 1986, 360 (uitgifte: 10-07-1986, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 18831Overheid.nl: 18831)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Tenzij de belanghebbende reeds op grond van het bepaalde in artikel 12 recht heeft op een vermeerdering, wordt het buitengewoon pensioen éénmaal met 20% van de pensioengrondslag vermeerderd, wanneer ten gevolge van de verwonding, verminking, ziekten of gebreken die ontstaan zijn als gevolg van het verzet:
- a.
een der ledematen is verloren gegaan of voorgoed geheel onbruikbaar is geworden dan wel een toestand is ontstaan die met een zodanig verlies of een zodanige onbruikbaarheid is gelijk te stellen;
- b.
twee of meer der ledematen dermate in beweeglijkheid of bruikbaarheid zijn verminderd dat de toestand van de belanghebbende met die onder a beschreven is gelijk te stellen;
- c.
het gezichtsvermogen door organische oorzaken zodanig is beperkt dat het vermogen om zich zelfstandig te bewegen er ernstig door wordt getroffen;
òf
- d.
belangrijke misvorming van het gelaat is ontstaan, welke door hulpmiddelen niet voldoende te verbergen is, zodat de belanghebbende de omgang met zijn medemensen ernstig wordt bemoeilijkt.