RvdW 2007, 394
Arubaanse zaak. Verzoek ex art. 1:26 BWA betreffende in Nederland opgemaakte huwelijksakte m.b.t. personen van hetzelfde geslacht; strekking art. 1:26 BWA. Interregionaal privaatrecht; art. 40 Statuut; strekking.
HR 13-04-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6095
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 april 2007
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, P.C. Kop, J.C. van Oven, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R05/139HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AZ6095
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Staatsrecht (V)
Personen- en familierecht / Personenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6095, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑04‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ6095, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑04‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑10‑2003
- Wetingang
Essentie
Arubaanse zaak. Verzoek ex art. 1:26 BWA betreffende in Nederland opgemaakte huwelijksakte m.b.t. personen van hetzelfde geslacht; strekking art. 1:26 BWA. Interregionaal privaatrecht; art. 40 Statuut; strekking.
Art. 40 van het Statuut voor het Koninkrijk geeft een voor alle delen van het Koninkrijk geldende regel van interregionaal privaatrecht t.a.v. onder meer de vraag of en, zo ja, in hoeverre rechtskracht toekomt aan een binnen het Koninkrijk opgemaakte authentieke akte. Het artikel brengt naar zijn strekking mee dat de rechtskracht van authentieke akten die in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba zijn verleden, in alle delen van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.