Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 26 [Verklaring voor recht]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Redactionele toelichting
Het recht zoals dat gold voor de inwerkingtreding van deze wijziging blijft van toepassing in gevallen waarin ingevolge art. VII van de Wet van 06-12-2001, Stb. 580 het recht zoals dat gold voor inwerkingtreding van die wet van toepassing blijft.
- Bronpublicatie:
06-12-2001, Stb. 2001, 581 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 27824)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Personenrecht
1.
Een ieder die daarbij een gerechtvaardigd belang heeft, kan de rechtbank verzoeken een verklaring voor recht af te geven dat een op hem betrekking hebbende, buiten Nederland opgemaakte akte of gedane uitspraak overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of gedaan en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand.
2.
De in het eerste lid bedoelde verklaring voor recht kan eveneens op verzoek van de ambtenaar van de burgerlijke stand of van het openbaar ministerie worden afgegeven.