JAR 2007, 110:Antilliaanse zaak. Vermogensrechtelijke afwikkeling huwelijk: loonvordering ex-echtgenote tegen praktijkvennootschap ex-echtgenoot; misbruik van recht?; maatstaven redelijkheid en billijkheid; invloed rechtsverhouding tussen ex-echtgenoten; ongerechtvaardigde bevoordeling vrouw? Dat het hof bij de beantwoording van de vraag of de vrouw jegens de praktijkvennootschap van de man misbruik van recht maakt of een naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbare aanspraak op volledige loonbetaling maakt, de rechtsverhouding tussen de vrouw en de door de man beheerste vennootschap niet los heeft willen zien van de rechtsverhouding tussen de ex-echtgenoten, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting (vgl. HR 12 maart 2004, NJ 2004, 636, m.nt. SW). In de door het hof gekozen benadering, waarin beoordeeld moet worden of en zo ja, in welke mate sprake is van een ongerechtvaardigde bevoordeling van de vrouw ten opzichte van de man, kunnen andere aspecten van de huwelijksvermogensrechtelijke afwikkeling dan de overeengekomen verrekening van nabetaalde inkomsten uit arbeid evenwel niet buiten beschouwing blijven.