JOL 2007, 86
Onteigening. Geen binding onteigeningsrechter aan beslissingen in tussenvonnis. De rechtbank is als onteigeningsrechter niet gebonden aan haar vóór het eindvonnis gegeven beslissingen in tussenvonnissen. Het middel komt mede daarom terecht op tegen het oordeel van de rechtbank dat, voor zover al enige aanleiding zou bestaan voor heroverweging van haar in het tussenvonnis gegeven oordeel inzake de waardebepaling van het overblijvende, het verzoek daartoe reeds moet worden afgewezen, nu de Staat zijn visie daarop in een eerder stadium van de procedure naar voren had kunnen en moeten brengen.
HR 09-02-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ5833
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 februari 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/319HR1444
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AZ5833
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ5833, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑02‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ5833, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑11‑2005
Essentie
Onteigening. Geen binding onteigeningsrechter aan beslissingen in tussenvonnis.
De rechtbank is als onteigeningsrechter niet gebonden aan haar vóór het eindvonnis gegeven beslissingen in tussenvonnissen. Het middel komt mede daarom terecht op tegen het oordeel van de rechtbank dat, voor zover al enige aanleiding zou bestaan voor heroverweging van haar in het tussenvonnis gegeven oordeel inzake de waardebepaling van het overblijvende, het verzoek daartoe reeds moet worden afgewezen, nu de Staat zijn visie daarop in een eerder stadium van de procedure naar voren had kunnen en moeten brengen.
Partij(en)
De Staat der Nederlanden, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, zetelende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.