RFR 2006, 124
Kinderontvoering. Vervolg op Hof Amsterdam 29 juni 2006, RFR 2006, 96. Wordt een kind door teruggeleiding naar het land van herkomst in een ondragelijke toestand in de zin van art. 13 HKOV gebracht?
HR 20-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY8774
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R06/096HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AY8774
- JCDI
JCDI:ADS871390:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY8774, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑10‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY8774, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑07‑2006
- Wetingang
Essentie
Vervolg op Hof Amsterdam 29 juni 2006, RFR 2006, 96. Wordt een kind door teruggeleiding naar het land van herkomst in een ondragelijke toestand in de zin van art. 13 HKOV gebracht?
Samenvatting
Vader, Amerikaanse nationaliteit, en moeder, Nederlandse nationaliteit, zijn in de Verenigde Staten met elkaar gehuwd en wonen met hun minderjarig kind, geboren in 2002, in Hawaï. Het kind heeft zowel de Nederlandse als de Amerikaanse nationaliteit. Bij de echtscheidingsuitspraak van 8 juni 2005 wordt gezamenlijk gezag vastgesteld, een verzorgingsregeling opgelegd en partijen verboden de minderjarige buiten de Verenigde Staten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.