JOL 2006, 561
Terugvordering bijstand onder ABW 1963. Uitleg stellingen: verboden aanvulling grondslag vordering. Vervolg op HR 7 april 2000, NJ 2000, 499, m.nt. JBMV. De in het middel vervatte klacht dat het hof heeft miskend dat als peildatum voor de fictieve intering in het kader van een procedure tot terugvordering van bijstand enkel kan gelden de datum vanaf welke de uitkeringen in rechte kunnen worden teruggevorderd, ziet eraan voorbij dat het het hof bij zijn uitleg van de stellingen van de Gemeente niet zou hebben vrijgestaan zijn beslissing op dat oordeel te gronden, aangezien het hof dan immers zou hebben beslist op een grond die weliswaar zou kunnen worden afgeleid uit de in het geding gebleken feiten en omstandigheden, maar die in elk geval niet door de Gemeente aan haar vordering ten grondslag is gelegd.
HR 29-09-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX7809
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 september 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R05/155HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AX7809
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AX7809, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑09‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AX7809, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑09‑2006
Essentie
Terugvordering bijstand onder ABW 1963. Uitleg stellingen: verboden aanvulling grondslag vordering.
Vervolg op HR 7 april 2000, NJ 2000, 499, m.nt. JBMV. De in het middel vervatte klacht dat het hof heeft miskend dat als peildatum voor de fictieve intering in het kader van een procedure tot terugvordering van bijstand enkel kan gelden de datum vanaf welke de uitkeringen in rechte kunnen worden teruggevorderd, ziet eraan voorbij dat het het hof bij zijn uitleg van de stellingen van de Gemeente niet zou hebben vrijgestaan zijn beslissing op dat oordeel te gronden, aangezien het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.