JOL 2006, 426
Ontvankelijkheid cassatieberoep tegen mede-appellante. Bevel tot boedelbeschrijving op voet art. 672 Rv: rechtsmiddelenverbod. Verzoekers tot cassatie zijn niet-ontvankelijk voorzover het cassatieberoep zich richt tegen mede-appellante (vgl. HR 9 augustus 2002, NJ 2002, 472). Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieberoep tegen 's hofs oordeel dat in casu geen sprake is van grond voor doorbreking van rechtsmiddelenverbod tegen bevel tot boedelbeschrijving op voet art. 672 Rv.
HR 30-06-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW2106
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 juni 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R05/116HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
AW2106
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AW2106, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AW2106, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑06‑2006
Essentie
Ontvankelijkheid cassatieberoep tegen mede-appellante. Bevel tot boedelbeschrijving op voet art. 672 Rv: rechtsmiddelenverbod.
Verzoekers tot cassatie zijn niet-ontvankelijk voorzover het cassatieberoep zich richt tegen mede-appellante (vgl. HR 9 augustus 2002, NJ 2002, 472). Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieberoep tegen 's hofs oordeel dat in casu geen sprake is van grond voor doorbreking van rechtsmiddelenverbod tegen bevel tot boedelbeschrijving op voet art. 672 Rv.
Partij(en)
- 1.
[Verzoeker 1], te [woonplaats],
- 2.
[Verzoeker 2], te [woonplaats], verzoekers tot cassatie, adv. mr. K.G.W. van Oven,
tegen
- 1.
[Verweerster 1], te [woonplaats], ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.