NJ 2002, 472
Verklaring van geen bezwaar ex art. 16 WTE; bevoegdheid; kennisgeving vooraf vereist? Cassatieberoep niet-ontvankelijk tegen mede-geïntimeerde.
HR 09-08-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE2115 (Bonoparti/Crescendo)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 augustus 2002
- Magistraten
P. Neleman, C.H.M. Jansen, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos
- Zaaknummer
C00/281HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
AE2115
- Roepnaam
Bonoparti/Crescendo
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE2115, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑08‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE2115, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑08‑2002
- Wetingang
Essentie
Verklaring van geen bezwaar ex art. 16 WTE; bevoegdheid; kennisgeving vooraf vereist? Cassatieberoep niet-ontvankelijk tegen mede-geïntimeerde.
Aangezien eisers tot cassatie en verweerster in cassatie sub 3 in de procedure voor het Hof als mede-gentimeerden waren betrokken, is het arrest van het Hof niet tussen hen gewezen en zijn eisers tot cassatie in het tegen verweerster in cassatie sub 3 gerichte beroep niet-ontvankelijk. Uit de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (WTE) volgt dat slechts de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) (en in hoger beroep het College van beroep voor het bedrijfsleven) bevoegd is te beslissen of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.