RvdW 2006, 75
Cassatie; niet-ontvankelijkheidsverweer wegens gebrek aan belang: principaal of exceptief verweer?; Hoge Raad komt terug van HR 10 sept. 2005, NJ 2005, 51. Dwangsom; grief bij pleidooi tegen omvang en modaliteit tardief?
HR 06-01-2006, ECLI:NL:HR:2006:AU6631
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 januari 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, R. Herrmann, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C04/233HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
AU6631
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AU6631, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑01‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AU6631, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑01‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑05‑2004
- Wetingang
Rv art. 347; Rv art. 411 lid 2; Rv art. 611a
Essentie
Cassatie; niet-ontvankelijkheidsverweer wegens gebrek aan belang: principaal of exceptief verweer?; Hoge Raad komt terug van HR 10 sept. 2005, NJ 2005, 51. Dwangsom; grief bij pleidooi tegen omvang en modaliteit tardief?
De door thans verweerster in cassatie bij haar schriftelijke toelichting aangevoerde stelling dat thans eiseres tot cassatie geen belang (meer) heeft bij haar cassatieberoep, is geen exceptief verweer, maar een verweer ten principale. Het is niet nodig dat een zodanig verweer bij conclusie van antwoord is aangevoerd. De Hoge Raad komt terug van zijn in zijn beschikking van 10 september 2004, NJ ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.