JAR 2005, 272
HR, 21-10-2005, nr. C04/273HR
HR 21-10-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT8244
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 oktober 2005
- Magistraten
mrs. Fleers, Van Buchem-Spapens, Kop, Numann, Bakels
- Zaaknummer
C04/273HR
- Conclusie
Keus
- LJN
AT8244
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT8244, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑10‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT8244, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑10‑2005
- Wetingang
BW art. 7:611; RO art. 81
Samenvatting
Eisen van goed werkgeverschap; beginsel van gelijke beloning voor gelijke arbeid; maatstaf bij afwijking.
Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieklachten tegen 's hofs oordeel dat bij de beoordeling van de vraag of de werkgever het beginsel van gelijke beloning voor gelijke arbeid heeft geschonden, naast de vraag of een objectieve rechtvaardigingsgrond een afwijkende beloning toestaat, ook andere omstandigheden van het concrete geval dienen te worden betrokken. (Ontleend aan JOL 2005, 602.)
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. P.J.L.J. Duijsens,
tegen
[Verweerster], te [vestigingsplaats], verweerster in cassatie, adv. mr. R.A.A. Duk.