M en R 2006, 15
Vergunning is geen vrijwaring tegen onrechtmatig handelen jegens derde.
HR 21-10-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT8823, m.nt. J.H. Meijer (Bouwvergunning Heemstede,Ludlage/Van Paradijs)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 oktober 2005
- Magistraten
Neleman, Beukenhorst, De Savornin Lohman, Kop en Van Oven
- Zaaknummer
C04/142HR
- Noot
J.H. Meijer
- LJN
AT8823
- Roepnaam
Bouwvergunning Heemstede
Ludlage/Van Paradijs
- JCDI
JCDI:ADS699659:1
- Vakgebied(en)
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT8823, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑10‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT8823, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑10‑2005
- Wetingang
BW art. 6:162; BW art. 5:49; WRO art 10; Woningwet art. 44 (oud)
Essentie
Vergunning is geen vrijwaring tegen onrechtmatig handelen jegens derde.
Samenvatting
Of en in hoeverre een door de overheid verstrekte vergunning invloed heeft op de beoordeling van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad van degene die overeenkomstig de hem verstrekte vergunning handelt, doch daarbij schade of hinder toebrengt aan derden, hangt af van de aard van de vergunning en het belang dat wordt nagestreefd met de regeling waarop de vergunning berust, zulks in verband met de omstandigheden van het geval (HR 10 maart 1972, NJ 1972, 278). Daarbij heeft te gelden dat de vergunninghouder er in het algemeen op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.