NJ 2006, 100
Ongerechtvaardigde verrijking voorzover aan levering ten grondslag liggende titel geen betrekking had op ingevolge de levering i.v.m. natrekking in eigendom overgegane zaken?
HR 23-09-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT2620 (LRS/Sint Willibrordus)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 september 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
C04/146HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AT2620
- Roepnaam
LRS/Sint Willibrordus
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT2620, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑09‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT2620, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑09‑2005
- Wetingang
BW art. 6:212
Essentie
Ongerechtvaardigde verrijking voorzover aan levering ten grondslag liggende titel geen betrekking had op ingevolge de levering i.v.m. natrekking in eigendom overgegane zaken?
Vervolg op HR 22 november 2002, NJ 2003, 34. Nu de gestelde verrijking van thans verweerster in cassatie is bewerkstelligd doordat de kunstvoorwerpen als bestanddelen van het aan verweerster verkochte en in eigendom geleverde kerkgebouw — ingevolge vóór de verkoop en levering plaatsgevonden hebbende natrekking — bij de levering in eigendom aan verweerster zijn overgegaan, is, indien komt vast te staan dat zulks door partijen niet werd beoogd, de mogelijk daarin gelegen verrijking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.