RvdW 2005, 99
Toestaan van tussentijds beroep tegen tussenuitspraak; procesbeleid rechter; motiveringsplicht? Ontbindende voorwaarde; stelplicht en bewijslast.
HR 09-09-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AT5156
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 september 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
C04/179HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
AT5156
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AT5156, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑09‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AT5156, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑09‑2005
- Wetingang
Essentie
Toestaan van tussentijds beroep tegen tussenuitspraak; procesbeleid rechter; motiveringsplicht? Ontbindende voorwaarde; stelplicht en bewijslast.
De beslissing van de rechter om desverzocht beroep tegen een tussenuitspraak voor de einduitspraak open te stellen, is — ook ingeval dit op de voet van de door de Hoge Raad bij zijn arrest van 23 januari 2004, RvdW 2004, 20 erkende mogelijkheid gebeurt nadat de rechter uitspraak heeft gedaan — aan het procesbeleid van de rechter overgelaten en behoeft geen motivering. Stelplicht en bewijslast t.a.v. het bestaan van een ontbindende voorwaarde liggen bij de partij die zich op (het vervuld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.