Einde inhoudsopgave
RvdW 2003, 55
Arbeidsovereenkomst. Schorsing of op non-actiefstelling; doorbetaling loon; afwijking bij schriftelijke overeenkomst of reglement.
HR 21-03-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF3057 (Van der Gulik/Vissers)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 maart 2003
- Magistraten
R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst, P.C. Kop
- Zaaknummer
C01/201HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AF3057
- Roepnaam
Van der Gulik/Vissers
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF3057, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑03‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF3057, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑03‑2003
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑06‑2001
- Wetingang
BW art. 7:627; BW art. 7:628; BW (oud) art. 7:628
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Schorsing of op non-actiefstelling; doorbetaling loon; afwijking bij schriftelijke overeenkomst of reglement.
Een schorsing of een op non-actiefstelling ligt in de risicosfeer van de werkgever en is ‘een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen’ in de zin van art. 7:628 lid 1 BW zodat de werkgever ook tijdens een schorsing/op non-actiefstelling verplicht is tot doorbetaling van loon. Dit is ook het geval indien de werkgever gegronde redenen had voor de schorsing/op non-actiefstelling en de schorsing/op non-actiefstelling aan de werknemer zelf is te wijten. Een schorsing of op non-actiefstelling met inhouding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.