Einde inhoudsopgave
RvdW 2003, 54
Kosten opsporingsonderzoek premiefraude; verhaalbaar als kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid?
HR 21-03-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF2835
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 maart 2003
- Magistraten
P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
C01/200HR
- Conclusie
P-G Hartkamp
- LJN
AF2835
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF2835, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑03‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF2835, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑03‑2003
- Wetingang
BW art. 6:96
Essentie
Kosten opsporingsonderzoek premiefraude; verhaalbaar als kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid?
De door eiseressen tot cassatie gemaakte kosten ter opsporing van premiefraude zijn, nu die kosten voortvloeien uit de uitoefening van een in het strafrecht wortelende bevoegdheid, niet aan te merken als kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid in de zin van art. 6:96 lid 2, onder b, BW. De publiekrechtelijke regelgeving waarop de onderhavige opsporingsbevoegdheid berust, voorziet niet in de mogelijkheid van kostenverhaal. Een kostenverhaal via het privaatrecht zou dan ook op onaanvaardbare wijze de publiekrechtelijke regeling doorkruisen, ook indien het eiseressen bij een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.