Einde inhoudsopgave
RvdW 2001, 116
Arbeidsovereenkomst. Flexwet. Ontbinding: ontbreken reïntegratieplan; ontvankelijkheid ontbindingsverzoek; rechtsmiddelenverbod. Obiter dictum: redelijke wetsuitleg.
HR 22-06-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB2242
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 juni 2001
- Magistraten
P. Neleman, J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
R00/081HR
- Conclusie
A-G de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AB2242
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB2242, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑06‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB2242, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑2001
- Wetingang
BW art. 7:677; BW art. 7:685; WAO art. 71a
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Flexwet. Ontbinding: ontbreken reïntegratieplan; ontvankelijkheid ontbindingsverzoek; rechtsmiddelenverbod. Obiter dictum: redelijke wetsuitleg.
Door te onderzoeken of het feit dat geen reïntegratieplan is overgelegd, in de weg staat aan de ontvankelijkheid van het ontbindingsverzoek, is de Rechtbank binnen toepassingsgebied van art. 7:685 BW gebleven, zodat het rechtsmiddelenverbod onverkort geldt; overleggen reïntegratieplan is niet essentiële vorm waarvan schending doorbreking rechtsmiddelenverbod rechtvaardigt. Obiter dictum i.v.m. bestaande onzekerheid: een redelijke wetsuitleg brengt mee dat niet-ontvankelijkheid ontbindingsverzoek wegens ontbreken reïntegratieplan achterwege dient te blijven niet alleen in geval van HR 29 sept. 2000, NJ 2001, 302 (werknemer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.