NJ 2001, 235
Terugvordering bijstand: verzwijging inkomsten; bestaansmiddelen.
HR 09-02-2001, ECLI:NL:HR:2001:AA9966
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 februari 2001
- Magistraten
R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink
- Zaaknummer
R00/054HR
- Conclusie
plv. P-G Mok
- LJN
AA9966
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AA9966, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑02‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AA9966, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑02‑2001
- Wetingang
Essentie
Terugvordering bijstand: verzwijging inkomsten; bestaansmiddelen.
Voor de toepassing van de ABW (die bepaalt dat bijstand wordt verstrekt aan hem die niet beschikt over de middelen om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien) komt het niet erop aan of sprake is van inkomsten uit arbeid maar of inkomsten aanwezig zijn die kunnen dienen als bestaansmiddelen.
Samenvatting
De Gemeente heeft aan thans eisers tot cassatie bijstand verstrekt. Een van de betrokkenen heeft van zijn voormalig werkgever een nabetaling salaris over de periode 22 november 1991 tot en met 14 september 1992 alsmede een beëindigingsvergoeding van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.