NJ 2000, 675
Verkoop grond; bouwvergunning; ontbindende voorwaarde; redelijkheid en billijkheid. Devolutieve werking appèl; aanvulling feiten. Boetebeding; matiging.
HR 30-06-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6344
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 juni 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C98/272HR
- Conclusie
A-G Hartkamp
- LJN
AA6344
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA6344, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA6344, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑06‑2000
- Wetingang
BW art. 6:2; BW art. 6:94; BW art. 6:648; Rv (oud) art. 343
Essentie
Verkoop grond; bouwvergunning; ontbindende voorwaarde; redelijkheid en billijkheid. Devolutieve werking appèl; aanvulling feiten. Boetebeding; matiging.
Hof diende na de vernietiging van de tussenvonnissen van de rechtbank binnen de grenzen van het hoger beroep alle niet prijsgegeven verweren en stellingen van geïntimeerden/oorspronkelijk gedaagden (opnieuw) te behandelen. Hof mocht binnen de grenzen van de rechtsstrijd alle behoorlijk te zijner kennis gebrachte feiten en omstandigheden in zijn beoordeling betrekken en had de vrijheid daaraan zijn eigen conclusies te verbinden. Matiging van contractuele boete alleen mogelijk indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist; nu naar 's hofs oordeel kennelijk geen bijzondere omstandigheden zijn gesteld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.