Einde inhoudsopgave
RvdW 2000, 59
Overleg geen rechtshandeling. Exoneratieclausule; redelijkheid en billijkheid
HR 11-02-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA4781
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 februari 2000
- Magistraten
Roelvink, Neleman, Herrmann, Van der Putt-Lauwers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
C98/201HR
- Conclusie
A-G Hartkamp
- LJN
AA4781
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Aanbestedingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA4781, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑02‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA4781, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑02‑2000
- Wetingang
BW art. 3:33
Essentie
Overleg geen rechtshandeling. Exoneratieclausule; redelijkheid en billijkheid.
Het voeren van overleg door een aannemer met de gemeente over de eisen waaraan een bouwwerk moet voldoen, kan niet worden aangemerkt als een door de aannemer verrichte rechtshandeling, zodat de resultaten van het overleg niet op grond van volmacht aan de aanbesteder/verkoper als volmachtgever kunnen worden toegerekend. Bij de beoordeling of aan de verkoper naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid een beroep op de exoneratie toekomt, moeten alle omstandigheden van het geval worden meegewogen waaronder ook de overdracht door de verkoper aan de koper van al zijn aanspraken op de aannemer. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.