NJ 2000, 212
284 K.; subrogatie bij onverplichte betaling.
HR 07-01-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA4114, m.nt. M.M. Mendel
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 januari 2000
- Magistraten
Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Herrmann, Van der Putt-Lauwers
- Zaaknummer
C98/116HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- Noot
M.M. Mendel
- LJN
AA4114
- JCDI
JCDI:ADS63870:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA4114, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑01‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA4114, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑01‑2000
- Wetingang
WvK art. 284
Essentie
Art. 284K.; subrogatie bij onverplichte betaling.
Art. 284K. moet aldus worden uitgelegd dat indien de verzekerde terzake van de door hem geleden schade vorderingen tot schadevergoeding op derden heeft, anders dan uit verzekering, die vorderingen bij wijze van subrogatie op de verzekeraar overgaan voorzover deze de schade al dan niet verplicht vergoedt.
Samenvatting
Vervolg op HR 16 september 1994, NJ 1996, 329. Werknemer (vakantiewerk) raakt in diensttijd gewond bij een verkeersongeval. De werknemer bleek (achteraf) verplicht verzekerd ingevolge de Ziekenfondswet maar was tevens particulier verzekerd (via zijn ouders). De particuliere ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.