NJ 1996, 329
Arbeidsovereenkomst; gezagsverhouding / voordeelstoerekening / invloed aanspraken Ziekenfondswet op verhaalsmogelijkheid gesubrogeerde particuliere ziektekostenverzekeraar
HR 16-09-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1445, m.nt. C.J.H. Brunner (vakantiewerker)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 september 1994
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Koopmans
- Zaaknummer
15416
- Noot
C.J.H. Brunner
- LJN
ZC1445
- Roepnaam
vakantiewerker
- JCDI
JCDI:ADS63068:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC1445, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑09‑1994
- Wetingang
BW art. 6:100; BW art. 7A:1637a; K art. 284; ZFW art. 3; ZFW art. 5; ZFW art. 83a; ZFW art. 83c
Essentie
Arbeidsovereenkomst; gezagsverhouding. Voordeelstoerekening. Invloed aanspraken Ziekenfondswet op verhaalsmogelijkheid gesubrogeerde particuliere ziektekostenverzekeraar.
Samenvatting
De gevolgtrekking dat bij de uitvoering van de overeenkomst tot het verrichten van vakantiewerk sprake was van zeggenschap van de werkgever en dat partijen aldus aan die overeenkomst een inhoud hebben gegeven die mogelijk afwijkt van wat hun blijkens het door hen gebezigde formulier aanvankelijk voor ogen heeft gestaan, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Uit de overweging dat het enkele feit dat de vakantiewerker een zekere vrijheid had om al dan niet op zijn werk te verschijnen, nog niet meebrengt dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.