NJ 1991, 591
HR, 05-01-1990, nr. 13754
HR 05-01-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AD8102, m.nt. J.C. Schultsz
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 januari 1990
- Magistraten
Martens, Hermans, Bloembergen, Roelvink, Boekman, Strikwerda
- Zaaknummer
13754
- Noot
J.C. Schultsz
- LJN
AD8102
- JCDI
JCDI:ADS62826:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AD8102, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑01‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AD8102, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑01‑1990
- Wetingang
GW art. 93; Executieverdrag Ned-BRD art. 19; Verdrag van New York onderhoudsverhaal buitenland art. 17; Uitv.w Verdrag van New York onderhoudsverhaal buitenland 1956; Goedkeuringswet Verdrag van New York onderhoudsverhaal buitenland 1956 art. 2
Essentie
Internationaal privaatrecht. Kinderalimentatie. Verzet tegen exequatur Duits alimentatievonnis. Uitleg art. 19 Nederlands-Duits Executieverdrag in verband met samenloop met Haagse Kinderalimentatieverdragen. Favor executionis. Toepasselijkheid Verdrag New York. Werking voorbehoud in art. 2 Goedkeuringswet. Revision au fond.
Samenvatting
De tekst van art. 19 Nederlands-Duits Executieverdrag laat zich niet rijmen met de stelling van het middel dat die bepaling noopt tot exclusieve toepassing van de Haagse Kinderalimentatieverdragen van 1958 en 1973. In gevallen, waarin de executant voor toepassing van eerstgenoemd verdrag heeft gekozen en andere voor een bepaald rechtsgebied geldende executieverdragen dat toelaten (zoals i.c.) strookt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.