Goedkeuringsrijkswet Verdrag onderhoudsverhaal in het buitenland 1956
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 11-10-1961
- Bronpublicatie:
27-09-1961, Stb. 1961, 302 (uitgifte: 10-10-1961, kamerstukken: 5924 )
- Inwerkingtreding
11-10-1961
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-1961, Stb. 1961, 302 (uitgifte: 10-10-1961, kamerstukken: 5924 )
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Goedgekeurd wordt, bij de bekrachtiging van genoemd Verdrag, een voorbehoud te maken van de volgende inhoud:
‘De Regering van het Koninkrijk behoudt zich ten aanzien van artikel 1 van het Verdrag voor, dat het verhaal van uitkeringen tot onderhoud niet overeenkomstig dat artikel wordt vergemakkelijkt, indien, gesteld dat de schuldeiser en de schuldenaar zich beiden in Nederland, onderscheidenlijk Suriname, de Nederlandse Antillen of Nederlands-Nieuw-Guinea zouden bevinden en dat aan de schuldeiser hulp op grond van de Armenwet of een soortgelijke regeling zou worden verleend, voor die hulp, in verband met de omstandigheden van het geval, in het algemeen geen verhaal zou worden uitgeoefend op de schuldenaar.’