Einde inhoudsopgave
Vrijstellingsregeling Wft
Artikel 56 [Vrijstelling beleggingsinstellingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
16-12-2014, Stcrt. 2014, 36474 (uitgifte: 18-12-2014, regelingnummer: WJZ/14192117)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2014, Stcrt. 2014, 36474 (uitgifte: 18-12-2014, regelingnummer: WJZ/14192117)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Van artikel 5:68 van de wet zijn vrijgesteld:
- a.
beleggingsinstellingen of icbe's die een startersfonds zijn als bedoeld in artikel 3.10.1 van de Regeling nationale EZ-subsidies;
- b.
beleggingsinstellingen of icbe's waarvan:
- 1°
het balanstotaal voor minder dan vijftig procent bestaat uit beleggingen, en
- 2°
minder dan vijftig procent van de totale gerealiseerde opbrengsten gegenereerd wordt uit beleggingen;
- c.
beleggingsinstellingen of icbe's waarvan alleen rechten van deelneming zijn aangeboden aan bestuurders, leden van de raad van commissarissen of werknemers van die beleggingsinstelling, of aan bestuurders, leden van de raad van commissarissen of werknemers van een met die beleggingsinstelling in een formele of feitelijke zeggenschapsstructuur verbonden rechtspersoon, vennootschap of instelling;
- d.
beleggingsinstellingen of icbe's waarvan rechten van deelneming worden aangeboden aan minder dan honderdvijftig personen die geen gekwalificeerde belegger zijn; of
- e.
beheerders van beleggingsinstellingen of icbe's als bedoeld in de onderdelen a tot en met d.
2.
Van artikel 5:68 van de wet zijn vrijgesteld degenen op wie artikel 3:2 van de wet van toepassing is.