Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/650
Profijtontneming. HR: nu de HR bij arrest van heden in de hoofdzaak het OM niet-ontvankelijk heeft verklaard in de vervolging, is de HR gelet op art. 511i Sv van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep. HR verklaart beroep in cassatie n-o. o.g.v. art. 80a RO. Samenhang met 18/01883.
HR 12-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:853
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 mei 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/01884
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:853, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:255, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑03‑2020
Essentie
Profijtontneming. HR: nu de HR bij arrest van heden in de hoofdzaak het OM niet-ontvankelijk heeft verklaard in de vervolging, is de HR gelet op art. 511i Sv van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep. HR verklaart beroep in cassatie n-o. o.g.v. art. 80a RO. Samenhang met 18/01883.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/01884 P
Datum 12 mei 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.