Het voorlopig getuigenverhoor
Einde inhoudsopgave
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/157:157 Belanghebbende
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/157
157 Belanghebbende
Documentgegevens:
Mr. E.F. Groot, datum 01-01-2015
- Datum
01-01-2015
- Auteur
Mr. E.F. Groot
- JCDI
JCDI:ADS452209:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Kamerstukken I 1968-69, 7753, nr. 41a, p. 2 (MvA)
HR 25 oktober 1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0387, NJ 1992, 149, m.nt. J.M.M. Maeijer (Veldhof/Woltjer Stichting). Een uitzondering geldt voor de familieverzoekschriftprocedure (zie art. 798 Rv). Een nadere definiëring van het begrip belanghebbende werd noodzakelijk geacht door de wetgever om de ruime kring van belanghebbenden in te perken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Iedere belanghebbende kan een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor indienen als nog geen hoofdzaak aanhangig is (art. 186 lid 1 Rv). Een belanghebbende heeft “een belang in de beslissing van het geding”.1 Volgens de Hoge Raad kan de vraag wie belanghebbende is in een verzoekschriftprocedure niet in algemene zin worden beantwoord. Voor ieder type verzoekschrift moet “uit de aard van de procedure en de daarmee verband houdende wetsbepalingen worden afgeleid” wie als belanghebbende moet worden aangemerkt, aldus de Hoge Raad.2