V-N Vandaag 2020/3004:Hoge Raad ziet af van beantwoording prejudiciële vragen in zaak Brits ‘open-end’ beleggingsfonds

V-N Vandaag 2020/3004

Hoge Raad ziet af van beantwoording prejudiciële vragen in zaak Brits ‘open-end’ beleggingsfonds

Documentgegevens:

HR 04-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:1945

Instantie: Hoge Raad
Datum: 4 december 2020
Zaaknummer: 16/03955
Vakgebied(en): Europees belastingrecht / Belastingen EU
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Beleggingsinstelling
Dividendbelasting / Heffingswijze
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2020:1945, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑12‑2020
ECLI:NL:HR:2017:346, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1105, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2016
Wetingang: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (BWBV0001506, 56)Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (BWBV0001506, 63)Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (BWBR0002672, 28)

Essentie

De Hoge Raad ziet af van het alsnog beantwoorden van de prejudiciële vragen van de rechtbank. De Hoge Raad verwijst hierbij naar zijn prejudiciële beslissing van 23 oktober 2020 (nr. 16/03954, V-N 2020/54.14).

Samenvatting

X, een ‘open-end’ beleggingsfonds met variabel kapitaal, is gevestigd in het Verenigd Koninkrijk. De participanten in X kunnen deelnemen in zijn bezittingen door het kopen van aandelen. De aandelen zijn verkrijgbaar als ‘income shares’ (waarop dividend wordt uitgekeerd) en ‘accumulation shares’ (waarvan de prijs wordt verhoogd met het dividend). In de jaren 2003-2006 wordt voor ruim € 600.000 Nederlandse dividendbelasting geheven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.