V-N 2020/54.14
Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen in Köln-Aktienfonds Deka-zaak
HR 23-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1674, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 oktober 2020
- Magistraten
Van Hilten, Overgaauw, Van Loon, Fierstra, Van Kalmthout
- Zaaknummer
16/03954(bis)
17/02428
19/01141
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS237704:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Beleggingsinstelling
Dividendbelasting / Heffingswijze
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1674, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:531, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:545, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1061, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:504, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑06‑2017
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad heeft de vele prejudiciële vragen van Rechtbank Zeeland-West-Brabant in de Deka-zaak beantwoord. Hierbij komt de Hoge Raad onder andere terug op zijn beslissing dat een in het buitenland gevestigd beleggingsfonds reeds niet vergelijkbaar is met een in Nederland gevestigde fbi omdat een dergelijk beleggingsfonds niet in Nederland inhoudingsplichtig is voor de dividendbelasting.
Samenvatting
Köln-Aktienfonds(KA) Deka, een ‘Publikum Sondervermögen’ (beleggingsfonds), is naar Duits recht opgericht en in Duitsland gevestigd, en een UCITS-fonds (‘Undertaking for Collective Investment in Transferable Securities’). De aandelen van KA Deka zijn beursgenoteerd. De participanten in KA Deka kunnen deelnemen in haar bezittingen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.