NJB 2020/3057:De curator van een failliet aannemingsbedrijf vordert betaling van aanneemsommen voor meerwerk. Vervolg op de prejudiciële uitspraak HR 2 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2729. Hoge Raad: 1. Omzetting. Overeenkomst. Tegenprestatie. Indien de oorspronkelijke verbintenis van de schuldenaar wordt omgezet in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding, treedt die verbintenis in de plaats van de oorspronkelijke verbintenis en gaat de oorspronkelijke verbintenis van de schuldenaar teniet. De verbintenis waartoe de schuldeiser van zijn kant gehouden is op grond van de overeenkomst, ondergaat geen verandering. 2. Devolutieve werking. Het hof heeft geoordeeld dat de vorderingen van geïntimeerden niet kunnen worden toegewezen op de primaire grondslag (nakoming), maar wel op de subsidiaire grondslag (ongerechtvaardigde verrijking). Met dit oordeel is de grondslag aan de door de rechtbank toegewezen contractuele rente ontvallen. Daarom had het hof de toewijsbaarheid van de gevorderde contractuele rente op grond van de devolutieve werking van het hoger beroep opnieuw behoren te beoordelen. Daartoe behoefden appellanten niet een afzonderlijke grief tegen de toewijzing van de contractuele rente aan te voeren