Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1069/2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002
Artikel 3 Definities
Geldend
Geldend vanaf 27-04-2017
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 14-12-2019. Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2017, L 137).
- Bronpublicatie:
15-03-2017, PbEU 2017, L 95 (uitgifte: 07-04-2017, regelingnummer: 2017/625)
- Inwerkingtreding
27-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2017, PbEU 2017, L 95 (uitgifte: 07-04-2017, regelingnummer: 2017/625)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
‘dierlijke bijproducten’: dode dieren of delen van dieren, producten van dierlijke oorsprong of andere producten die uit dieren zijn verkregen en die niet voor menselijke consumptie bestemd zijn, met inbegrip van oöcyten, embryo's en sperma;
- 2.
‘afgeleid product’: producten die zijn verkregen door een of meer behandelingen, omzettingen of verwerkingsfasen van dierlijke bijproducten;
- 3.
‘producten van dierlijke oorsprong’: producten van dierlijke oorsprong als gedefinieerd in punt 8.1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
- 4.
‘karkas’: karkas als gedefinieerd in punt 1.9 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
- 5.
‘dieren’: alle gewervelde of ongewervelde dieren;
- 6.
‘landbouwhuisdieren’:
- a)
alle dieren die door de mens worden gehouden, vetgemest of gefokt en die worden gebruikt voor de productie van voedsel, wol, bont, veren, huiden of een ander dierlijk product of voor andere veeteeltdoeleinden;
- b)
paardachtigen;
- 7.
‘wilde dieren’: alle niet door de mens gehouden dieren;
- 8.
‘gezelschapsdieren’: alle dieren van soorten die gewoonlijk door de mens worden gevoed en gehouden, doch niet gegeten, en die niet voor veeteelt worden gehouden;
- 9.
‘waterdieren’: waterdieren als gedefinieerd[lees: gedefinieerd in]artikel 3, lid 1, onder e), van Richtlijn 2006/88/EG;
- 10.
‘bevoegde autoriteit’: bevoegde autoriteiten zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 3, van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (1);
- 11.
‘exploitant’: de natuurlijke of rechtspersonen die de feitelijke controle hebben over een dierlijke[lees: dierlijk] bijproduct of een afgeleid product, waaronder vervoerders, handelaren en gebruikers;
- 12.
‘gebruiker’: de natuurlijke of rechtspersonen die dierlijke bijproducten en afgeleide producten gebruiken voor bijzondere vervoederingsdoeleinden, voor onderzoek of voor andere specifieke doeleinden;
- 13.
‘inrichting’ of ‘bedrijf’: elke plaats waar om het even welke handeling wordt verricht die de hantering van dierlijke bijproducten of afgeleide producten omvat, met uitzondering van vissersvaartuigen;
- 14.
‘in de handel brengen’: een handeling die tot doel heeft dierlijke bijproducten of daarvan afgeleide producten aan een derde in de Gemeenschap te verkopen, of enige andere vorm van levering aan een derde in de Gemeenschap, al dan niet tegen betaling, of van opslag met het oog op levering aan een derde in de Gemeenschap;
- 15.
‘doorvoer’: doorvoer zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 44, van Verordening (EU) 2017/625;
- 16.
‘uitvoer’: verplaatsing van de Gemeenschap naar een derde land;
- 17.
‘overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE's)’: alle overdraagbare spongiforme encefalopathieën als gedefinieerd in artikel 3, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 999/2001;
- 18.
‘gespecificeerd risicomateriaal’: gespecificeerd risicomateriaal als gedefinieerd in artikel 3, lid 1, onder g), van Verordening (EG) nr. 999/2001;
- 19.
‘sterilisatie onder druk’: de behandeling van dierlijke bijproducten, na verkleining tot een deeltjesgrootte van niet meer dan 50 mm, tot een kerntemperatuur van meer dan 133 °C gedurende ten minste 20 minuten zonder onderbreking bij een absolute druk van ten minste 3 bar;
- 20.
‘mest’: uitwerpselen en/of urine van landbouwhuisdieren, met uitzondering van gekweekte vissen, met of zonder strooisel;
- 21.
‘toegelaten stortplaats’: een stortplaats waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 1999/31/EG;
- 22.
‘organische meststoffen’ en ‘bodemverbeteraars’: materiaal van dierlijke oorsprong dat afzonderlijk of in combinatie wordt gebruikt om de voeding van planten en de fysische en chemische eigenschappen en de biologische activiteit van de bodem op peil te houden of te verbeteren; hiertoe kunnen ook mest, niet-gemineraliseerde guano, de inhoud van het maagdarmkanaal, compost en gistingsresiduen behoren;
- 23.
‘afgelegen gebied’: een gebied waar de dierenpopulatie zo klein is en verwijderingsinrichtingen of -bedrijven zo ver verwijderd zijn dat regelingen voor het verzamelen en vervoeren van dierlijke bijproducten onaanvaardbaar duur zouden zijn in vergelijking met het ter plaatse verwijderen;
- 24.
‘levensmiddel’ of ‘voedingsmiddel’: een levensmiddel of voedingsmiddel als gedefinieerd in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 178/2002;
- 25.
‘diervoeder’: diervoeder als gedefinieerd in artikel 3, punt 4, van Verordening (EG) nr. 178/2002;
- 26.
‘centrifuge- en separatorslib’: materiaal dat als bijproduct ontstaat bij de reiniging van rauwe melk en de scheiding van magere melk en room van rauwe melk;
- 27.
‘afvalstof’: afvalstof als gedefinieerd in artikel 3, punt 1, van Richtlijn 2008/98/EG.
Voetnoten
Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).