Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/1367
Profijtontneming. Gegronde klacht m.b.t. ontneming uit een feit waarvan betrokkene is vrijgesproken.
HR 12-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1157
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 november 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, W.F. Groos, Y. Buruma
- Zaaknummer
11/04366
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1157, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑11‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1158, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑08‑2013
Essentie
Profijtontneming. Gegronde klacht m.b.t. ontneming uit een feit waarvan betrokkene is vrijgesproken.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 1 december 2004, nummer 23/001127-03, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: [verdachte]. Adv. mr. J. Kuijper, te Amsterdam
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1.
Het Gerechtshof te Amsterdam heeft bij verstekarrest van 1 december 2004 aan de betrokkene de verplichting opgelegd om een bedrag van € 125.047,76 aan de Staat te betalen ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.